Zwarte els herken je aan zijn zwarte elzenpropjes (elzenkatjes) en het blad met een stompe tot iets ingesneden top. Het blad is verder omgekeerd eivormig en heeft een dubbelgezaagde bladrand. Zwarte els is een vrij kleine tot middelgrote boom die 10 tot 25 m hoog kan worden. Van nature staat hij vaak op natte bodems maar hij kan ook droger groeien.
Zwarte els is een kleine tot middelgrote boom die kenmerkend is voor bossen op moerasgronden. Of die nu zandig, lemig of kleiig zijn, maakt weinig verschil. Op voedselrijke en mineraalrijke bodems groeit deze lichtminnende boomsoort het best. Ook zuurstofarme bodemomstandigheden, bv. bij langdurige overstromingen, kan zwarte els goed overleven. Via wortelknolletjes waarin zich bacteriën bevinden, slaagt de boom erin stikstof uit de lucht rechtstreeks op te nemen: dat heeft een bodemverbeterend effect. Om die reden wordt de boom nog steeds veel aangeplant door bosbouwers op ‘moeilijke’, natte standplaatsen. In de traditioneel beheerde hakhoutbossen en middelhoutbossen op nattere bodems speelde zwarte els een eersterangsrol als leverancier van brandhout. Zwarte els komt ook buiten het bos veel voor in lijnvormige landschapselementen op nattere bodems, gewoonlijk onder de vorm van al dan niet doorgeschoten hakhout of vooral vroeger ook als knotboom.
De zwarte els heeft een zeer dominante harttak en is dus gemakkelijk op te snoeien bij begeleidingssnoei.
Blad: 4 tot 11 cm lang, vrij ronde vorm, veernervig met 5 tot 6 paar krachtige nerven die ongedeeld tot aan de bladrand doorlopen. Wigvormige voet en stompe tot iets ingesneden top. De bovenzijde is donkergroen en glimmend, de onderzijde lichter groen met okselbeharing. De bladrand grof, soms dubbel gezaagd of getand. Een 1 tot 3 cm lange bladsteel met stippels.
Bloeiwijze: Bloei in februari-maart, voor de bladontwikkeling. Mannelijke katjes met 3 tot 5 bij elkaar, 5 cm lang, in trossen, donkergeel tot roodachtig. Vrouwelijke katjes in korte, rechtopstaande trossen, 0,5 cm doorsnede, donkerrood.
Vrucht: Verhoute katjes van 1,5 tot 2 cm lang, donkerbruin. De nootjes zijn klein, bruinachtig en gevleugeld. Elzenproppen blijven de hele winter aan de boom hangen
Twijgen en knoppen: De twijgen zijn bruingroen met oranje lenticellen, kaal en kleverig bij uitlopen. De knoppen zijn gesteeld, smal-eivormig, onbehaard en dikwijls blauwachtig berijpt en kleverig. Schors Bruin, door meerdere verticale en dwarse scheuren in hoekige stukken verdeeld.
15-20 m
Wortelt zich stevig en vrij diep
Deze boom komt over heel Europa algemeen voor, met uitzondering van het uiterste noorden en delen van Spanje. Verder strekt het areaal zich uit tot in Noord-Afrika en Turkije.
Zwarte els is een uiterst algemene boomsoort in heel Vlaanderen. Aangezien ze binnen en buiten het bos veel werd en nog steeds wordt aangeplant, is het niet altijd duidelijk in hoeverre de opgetekende vindplaatsen alle van natuurlijke oorsprong zijn.
Lange bruingele mannelijke katjes voor het uitlopen van het blad
Eivormige elzenproppen, die 's winters aan de boom blijven hangen
Deze pagina werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van het LIFE-programma van de EU(opent nieuw venster) in het kader van het LIFE BNIP-project(opent nieuw venster).
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.