Het Iepen-Essenbos met Aalbes en Groot heksenkruid is het natuurlijke bostype van alluviale gronden en valleiranden van de grote rivieren, buiten de getijdezone. Deze bostypes kunnen wel nog onder water staan door winterse overstromingen, maar kunnen op zware grond ook buiten de invloed van stromend water ontstaan. ’s Zomers zakt de watertafel wel weg.
De belangrijkste boomsoorten zijn Zomereik, Gewone esdoorn en Gewone es, aangevuld met Beuk en Iepen. De Iepen bereiken meestal geen grote omvang ten gevolge van de iepenziekte. Soms zijn Populieren ingeplant. Er komt een rijke struiklaag voor met Ruwe en Gladde iep, Gewone vlier, Hazelaar en Eenstijlige meidoorn. In de kruidlaag zijn Robertskruid, Aalbes, Geel nagelkruid, Groot heksenkruid en Dauwbraam het meest typerend. Daarnaast komen heel wat stikstofminnende soorten als Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid en Zevenblad voor. Vaak is Klimop aspectbepalend. Ten opzichte van het Iepen-Essenbos met Klimopereprijs en Look-zonder-look (type E2) is het vooral negatief gedifferentieerd door o.a. de afwezigheid van bolgeofyten.