Het is een circumpolair verspreide soort (Europa, Azië, Noord- Amerika, Groenland), die in Europa in een aaneengesloten band te vinden is langs de kusten van Noord-Spanje tot Noord- Scandinavië en Rusland. De soort is ook bekend van geïsoleerde gebieden in het binnenland, vooral in Midden-Europa. In België komt de soort momenteel uitsluitend in het Schelde- estuarium voor.
Echt lepelblad is zeer zeldzaam in Vlaanderen, in de eerste plaats omwille van de zeldzaamheid van de biotoop. Om dezelfde reden is er een zeer sterke overeenkomst tussen de verspreidingspatronen van de twee karteerperioden en de beschikbare historische gegevens. Momenteel is de soort exclusief te vinden in de rivierbegeleidende vegetaties langs de beide oevers van de Schelde, stroomopwaarts ongeveer tot Burcht. In de negentiende eeuw was dat ook het geval langs de IJzermonding te Nieuwpoort.
Echt lepelblad is een laagblijvende, vlezige plant die in de lente met brede pluimen van welriekende witte bloemen bloeit. In haar eerste jaar vormt de plant een rozet van hartvormige, lang gesteelde bladeren, die groen overwinteren. Het volgende voorjaar ont- Engels lepelblad Cochlearia anglica springen aan deze rozet een of meer zijdelingse bloeistengels. De stengelbladen zijn eivormig in omtrek en bochtig ingesneden. De onderste zijn gesteeld, de bovenste hebben een hartvormig stengelomvattende voet. Na bloei en vruchtzetting sterft de plant vaak af, maar zij kan ook opnieuw uitlopen. Echt lepelblad lijkt veel op Engels lepelblad (zie bij deze soort).
Echt lepelblad komt voor in de kustgebieden van West- en Noord-Europa; een nauw verwante (onder)soort groeit aan de kusten van de poolstreken. In Nederland is Echt lepelblad gebonden aan brakwatergebieden. Op de meest zilte terreintypen, zoals de schorren aan de Noordzee- en Waddenkust, ontbreekt het. Wel groeide het veel langs zeearmen waarin rivieren zoet water toevoerden, zoals de Zuiderzee en het Haringvliet. In het gebied waar zoet en zout water met elkaar in contact komen, vond het precies zijn uitverkoren standplaats. Maar sinds de afsluiting zijn deze zeearmen verzoet en daardoor verdwijnt Echt lepelblad. Wel staat het nog langs het oostelijke deel van de Westerschelde. Ook groeit het vrij veel in de brakke veengebieden van Noord-Holland, waar het veen het zout hardnekkig vasthoudt. Verder is de plant hier en daar aan binnendijkse brakke kreken op de Zuidhollandse eilanden te vinden.
Echt lepelblad is een oeverplant, die een zoom vormt langs de rietkragen van brede sloten en andere wateren. Met zijn overvloedige, stralend witte ruikers wedijvert het met de Bittere veldkers van zoetwatergebieden. Beide soorten bloeien voordat het Riet tot volle ontwikkeling is gekomen. In het brakke gebied is Echt lepelblad bijna de enige rijkbloemige lentebloeier van het rietland: Speenkruid (Ranunculus ficaria) en Dotterbloem (Caltha palustris) zijn zoutmijdend en laten in een brakke omgeving grotendeels verstek gaan.
Aan zijn hoge gehalte aan vitamine C heeft Echt lepelblad zijn grote faam te danken. Het was bij uitstek het geneeskruid tegen scheurbuik (scorbut), een ziekte die vroeger vooral bij zeelieden veel voorkwam. In de 20ste eeuw bleek gebrek aan vitamine C de oorzaak van deze ziekte, maar al in de 1 Sde eeuw kende men de genezende werking van Lepelblad en enige andere Kruisbloemigen en van citrusvruchten. Later heeft de invoering van de Aardappel als basisvoedsel veel tot het verdwijnen van scheurbuik bijgedragen.
Vergeleken met vroeger is Echt lepelblad in Nederland tegenwoordig zeldzaam en schaars geworden. Het is daarom beslist niet meer verantwoord deze plant nu nog voor consumptie te verzamelen! Beter kan men haar voor dit doel uit zaad kweken. Vlak over de grens van Zuid-Limburg met België en West-Duitsland komt Zinklepelblad (C. officinalis subsp. alpina = C. pyrenáica) voor. Deze plant groeit langs natte bospaden en in brongebieden op mineraalrijke (zinkhoudende of kalkrijke) bodem. Zij verschilt van Echt lepelblad vooral door haar niet bolronde maar spoelvormige hauwtjes.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1987 (deel 2).
Echt lepelblad groeit in hoge schorren, rietlanden en andere oeverbegroeiingen in het overgangsgebied tussen zout en zoet. Het is een typische soort van brakwaterschorren.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.