Natuurstreefbeeld: Rietland met Echte heemst, Moeraslathyrus en,of Moerasmelkdistel (6430_mr)

Dit natuurstreefbeeld is in een gezonde staat als het aan zekere voorwaarden voldoet, die nagestreefd moeten worden in het beheer (o.b.v. de LSVI tabellen): Habitatstructuur: - De bedekking van grassen (uitgezonderd Riet & Rietgras) bedraagt ≤ 10% - Geen enkele soort bedekt ≥ 50%; met uitzondering van Riet Verstoringskenmerken: - Verruigingsindicatoren bedekken ≤ 30% (streven naar een lagere bedekking) - De boom en struiklaag (exclusief bramen) bedekt ≤ 30% (streven naar een lagere bedekking) - Invasieve exoten zijn afwezig Vegetatie opbouw: - Heemst en minstens 3 andere sleutelsoorten zijn aanwezig (streven naar een hoger aantal sleutelsoorten) - Sleutelsoorten bedekken ≥ 10% (streven naar een hogere bedekking) Opmerking 1: De dominantie van één of enkele soorten in een habitat wordt normaal als negatief beoordeeld. De dominantie van Riet in type 6430_mr vormt hier echter een uitzondering op, waarbij een zeer hoge bedekking kan voorkomen. Opmerking 2: De vegetatie van Rietlanden met Heemst voldoet niet aan de habitatdefinitie wanneer ze een hoog aandeel typische graslandplanten bevat. Het kan wel nog als een regionaal belangrijke regio gezien worden, maar niet als volwaardige habitat. Opmerking 2: Voor dit habitatsubtype wordt met verruiging vooral een ruderalisering bedoeld en dit criterium wordt relatief streng beoordeeld (≤30%) ondanks dat het van nature een ruigte vegetatie betreft. Dit omdat soorten als Akkerdistel, Ridderzuring, Kweek, enz. wijzen op een verstoring of verdroging van de bodem.