Klein kroos vormt afgeplatte, lichtgroene, gewoonlijk drienervige schijfjes van twee tot vier millimeter lengte en anderhalve tot ruim drie millimeter breedte. Zowel de boven- als de onderkant vertoont slechts een geringe welving. In van nature voedselarme, zure wateren zoals heidevennen en veenputten verschijnt deze soort als een van eerste bemestingsindicatoren, wanneer hier voedselrijker water binnendringt of bemesting door vogels plaatsvindt. Klein kroos komt ook voor op schaduwrijke plaatsen, bijvoorbeeld in bospoelen
Klein kroos is over de gehele wereld verspreid, vooral op het noordelijk halfrond. De soort is in Europa overal te vinden, noordwaarts tot Zuid-Scandinavië. Klein kroos komt voor in heel België, maar duidelijk meer in Laag-België dan in Middenen Hoog-België.
Zeer algemeen in Vlaanderen en nagenoeg overal aanwezig, bereikt klein kroos haar hoogste densiteiten in de Polders en de Zand- en Zandleemstreek. Elders komt het vooral in valleigebieden langs rivieren en kleinere waterlopen in grotere dichtheden voor. Het lijkt erop dat er, althans in de kustpolders, sinds kort verandering is gekomen in de hoge frequentie en abundantie van klein kroos. Overigens zijn alle drijvende en ondergedoken waterplanten er gedurende de laatste decennia om nog onvoldoende bekende redenen zeer drastisch achteruitgegaan.
Klein kroos vormt afgeplatte, lichtgroene, gewoonlijk drie-, soms vier- of vijfnervige schijfjes van twee tot vier, zelden vijf millimeter lengte en anderhalve tot ruim drie millimeter breedte. Zowel de boven- als de onderkant vertoont slechts een geringe welving; rode aanlooptinten komen zelden voor. Relatief grote schijfjes zijn niet met zekerheid te onderscheiden van platte vormen van Bultkroos.
Klein kroos komt voor in Europa, noordwaarts ongeveer tot de poolcirkel, verder in Zuidwest-Azië, Afrika, Noord-Amerika en op eilanden in de Atlantische Oceaan; in Australië is het ingevoerd. In Nederland behoorde het tot de meest voorkomende waterplanten, maar vooral in het holocene deel van het land lijkt het op veel plaatsen door Bultkroos te zijn verdrongen. Het veelvuldig optreden van ondetermineerbare exemplaren maakt het vrijwel onmogelijk een betrouwbaar beeld van de huidige verspreiding van Klein kroos te krijgen.
In principe kan Klein kroos in een breder spectrum aan wateren groeien dan de overige inheemse Kroossoorten. In van nature voedselarme, zure wateren zoals heidevennen en veenputten verschijnt het als een van eerste bemestingsindicatoren, wanneer hier voedselrijker water binnendringt of bemesting door vogels plaatsvindt. Vaker dan andere drijvende Kroossoorten komt het op schaduwrijke plaatsen voor, bijvoorbeeld in bospoelen. Behalve in stilstaand water staat het ook wel op luwe plekjes in stromend water. Het kan zich ook in tijdelijke watertjes van minimale omvang vestigen, zoals in volgelopen karresporen en in trapgaten in drassig weiland. Van alle Kroossoorten blijkt Klein kroos het meest bestand tegen bevriezing. In zeer voedselrijke en/of brakke omgeving zijn kansen gering door concurrentie van Bultkroos.
Sinds 1988 is uit ons land Dwergkroos (Lémna minúscula) bekend. Dit vormt platte, één tot drie millimeter lange en één tot twee millimeter brede schijfjes met een naar verhouding lange wortel en slechts één zwakke, korte nerf, die ligt in een richeltje aan de bovenkant van de schijf. Dwergkroos is oorspronkelijk inheems in Noord- en Zuid-Amerika en treedt in Europa en Japan als neofiet op. Het is Europa voor het eerst aangetroffen in 1966 in de Pyreneeën en sindsdien op allerlei plaatsen verder noord- en oostwaarts opgedoken in gebieden met milde winters. In Engeland wordt zijn uitbreiding in kanalen reeds als een probleem beschouwd. In Nederland is Dwergkroos inmiddels gevonden op een aantal ver uiteengelegen plekken in het zuidoosten en het westen.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Klein kroos is veruit de algemeenste onder de kroossoorten. In eenzelfde vegetatielaag komt ze vaak voor in combinatie met andere kroossoorten (bultkroos en veelwortelig kroos, soms ook wortelloos kroos) en met kroosvaren, terwijl wat dieper in het water puntkroos een tweede, vrij in het water zwevende vegetatielaag vormt. Vaak is klein kroos totaal dominant op het wateroppervlak of codominant samen met bultkroos. Klein kroos heeft een relatief brede ecologische range en kan in allerlei watertypes gedijen, van mesotroof tot eutroof. Klein kroos is de best gedijende kroossoort in relatief voedselarme (fosfor- en stikstofarme) omstandigheden. Ze kan goed beschaduwing verdragen en is daardoor in staat ‘lang na te blijven’ in dichtgegroeide verlandingssituaties of dichte populaties van helofyten. Klein kroos groeit in allerlei stilstaande tot zwakstromende wateren, zoals poelen, tijdelijke plassen en sloten. In grotere wateren of bij sterkere stroming groeit de soort enkel in de luwte van de oeverzone en verscholen tussen moerasvegetaties.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.