Veelwortelig kroos vormt vrij platte, donkergroene eironde schijven die drie tot tien millimeter lang kunnen worden en elf of meer nerven bezitten. De purperrode onderkant van de schijf draagt op de grens van voet en top een vliezig, tweelobbig, spoedig verwerend schubje en een bundel wortels, waarvan één het schubje doorboort. Deze soort groeit in zoet tot zwak brak, voedselrijk water.
Veelwortelig kroos heeft een bijna circumpolaire verspreiding, vooral in de gematigde en tropische streken van de wereld. In Europa komt de soort vooral in Midden- en Oost-, West - en Zuidoost-Europa voor. Ze ontbreekt nagenoeg in Noord- en Zuid-Europa. In België is veelwortelig kroos het talrijkst in Laag- en Midden-België.
In Vlaanderen is veelwortelig kroos een vrij algemene soort, die echter vrij duidelijk achteruitgaat. De kustpolders nemen (namen?) een dominante positie in in het verspreidingspatroon. Verder komt de soort vooral voor in de grote pleistocene valleigebieden en langs andere rivieren. Tegenover de eerste kartering is zowat overal in de zuidelijke Kempen en langs de middenloop van de Leie een achteruitgang vast te stellen. Merkwaardig is dat veelwortelig kroos enerzijds verdwenen is in grote delen van de noordoostelijke helft van de kustpolders, terwijl de soort anderzijds talrijk is opgedoken in grote delen van de zuidwestelijke kustpolders. Kaartbeeld en trend zijn tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de situatie van grote watereppe. Het verdwijnen van de soort in delen van de Polders, maar ook elders, hangt wellicht samen met een globale achteruitgang van de waterkwaliteit. De lokaal vastgestelde vooruitgang is wellicht te danken aan de intensievere prospectie.
Veelwortelig kroos vormt vrij platte, eironde schijven die drie tot tien millimeter lang kunnen worden en elf of meer nerven bezitten. Van boven zijn ze wat donkerder groen dan die van Bultkroos, Klein en Wortelloos kroos, van onder meestal purperrood. De onderkant van de schijf draagt op de grens van voet en top een vliezig, tweelobbig, spoedig verwerend schubje en een bundel wortels, waarvan één het schubje doorboort. De thalli verdragen geen vorst. De plant overwintert in de vorm van kleine, cirkelronde tot niervormige, olijfgroene, wortelloze schijfjes, die naar de bodem zinken en in de lente (bij een watertemperatuur van ongeveer 15°C) weer aan de oppervlakte komen. Bloei is bij deze soort zeer zelden waargenomen.
Veelwortelig kroos behoort tot de vaatplanten met de grootste natuurlijke arealen. Het is een kosmopoliet die zowel in gematigde streken als in de tropen voorkomt (in Zuid-Amerika echter alleen in de Andes). In Europa bereikt het zijn noordgrens in Zuid-Schotland en Zuid-Scandinavië. In Nederland is het vrij algemeen in klei- en veengebieden, maar zeldzaam in Zeeland, de IJsselmeerpolders en de kuststrook van Groningen en Noord-Friesland. In zand- en lössgebieden komt het slechts plaatselijk voor.
Veelwortelig kroos groeit in zoet tot zwak brak, voedselrijk water. Het is geen uitgesproken vervuilingsindicator, al kan het zich wel in vervuild water handhaven. Veelal groeit het in verspreide groepjes tussen andere Kroossoorten, vooral in brede sloten, verder aan de rand van wielen, oude rivierlopen en kanalen, soms ook in zwak stromend water. Door zijn vorstgevoeligheid en overwinteringswijze maakt het geen kans in wateren die zo ondiep zijn dat ze tot de bodem toe bevriezen. Het verdraagt niet zoveel zout als de Lemna-soorten. Vroeger ontbrak het vrijwel in de Noord-Hollandse brakwatervenen, waar het zich echter sinds de jaren zestig sterk heeft uitgebreid. In deze gaandeweg verzoetende omgeving is het inmiddels doorgedrongen tot in de gebiedsdelen die naar verhouding nog het meest brak gebleven zijn. Behalve door andere Kroossoorten wordt Veelwortelig kroos vaak vergezeld door Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Veelwortelig kroos groeit drijvend op het wateroppervlak van sloten, vaarten, poelen enz., vaak samen met andere kroossoorten of soms sterk dominerend. De soort komt voor in zoet, stilstaand of zeer zwak stromend, ionen- en voedserijk, neutraal tot licht alkalisch, hard water waarin bicorbonaat- en chloride-ionen domineren, in combinatie met een min of meer organische (modder)bodem.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.