Penningkruid is een laag, kruipend plantje dat groen blijft in de winter en bloeit in de eerste helft van de zomer. De stengels zijn kantig door lengtegroeven en wortelen op de knopen, waardoor de plant zich over de grond verspreidt. De bladeren zijn cirkelrond, vergelijkbaar met muntjes, wat de naam verklaart. De bloemen zijn vrij groot met rode klierpunten op de gewimperde slippen. Penningkruid groeit op vochtige, voedselrijke gronden, vooral op rivierklei en kleihoudend laagveen.
Vermits Penningkruid een soort is van vochtige tot natte bodems is het behouden van een natuurlijk waterpeil belangrijk. Dit waterpeil moet zorgen voor winterse overstromingen in Elzenbroekbossen en Zilverschoongraslanden. Dit zorgt voor kale bodem waar Penningkruid kan groeien. Om Penningkruid in bloei te zien heeft de soort licht nodig. In broekbossen kan dit aan de bosrand of via hakhoutbeheer. De soort heeft ook licht nodig om vegetatief met zijn kruipende stengel uit te breiden. In bloei komen is echter niet nodig want de soort vormt bijna nooit zaad en vermeerdert zich vegetatief door stengelfragmenten die zich verspreiden en makkelijk wortelen.
Het is een Europese soort die vooral in West-, Midden- en Oost-Europa wijdverspreid is. In Noord-Amerika en in Nieuw- Zeeland is penningkruid ingeburgerd. In België is de soort ongeveer overal (zeer) algemeen, behalve in de Ardennen, waar ze eerder zeldzaam is.
Penningkruid is zeer algemeen in Vlaanderen en gaat relatief sterk vooruit. De grootste densiteit kilometerhokken is te vinden in de Leemstreek. Penningkruid ontbreekt in grote gedeelten van de Kempen en de Zand- en Zandleemstreek.
Penningkruid is een zeer lage, over de grond kruipende, spaarzaam vertakte, niet of nauwelijks behaarde, groen overwinterende, overblijvende plant, die in de eerste helft van de zomer bloeit. De stengel leden vertonen twee lengtegroeven en zijn daardoor kantig. Het begin van een stengel vormt een soort bovengrondse wortelstok, die op de knopen wortelt en zich aldus in de grond verankert. Vervolgens kunnen de stengels decimeters voortgroeien zonder wortel te slaan en daarna aan de top weer overgaan in 'wortelstokken', die zich opnieuw verankeren. Aldus kan de plant bijvoorbeeld greppeltjes oversteken. De tegenoverstaande, kort gesteelde bladeren zijn meestal vrijwel cirkelrond, als een muntstuk - vandaar de naam van de plant. Ze hebben een stompe top en soms een zwak hartvormige voet; het bladoppervlak is vaak wat geplooid. De vrij grote, vijf- of soms viertallige bloemen staan in het midden van de stengels op stevige, gewoonlijk korte stelen. Per bladpaar staat in elke bladoksel één bloem. De kelk bestaat uit vrije, spitse, breed eironde en aan de voet vaak iets hartvormige bladen. Van twee naburige kelkbladen liggen de zijranden met de binnenzijde tegen elkaar, zodat ze een vleugelrand lijken te vormen. De komvormige bloemkroon heeft gewimperde slippen en vertoont rode klierpunten. De helmdraden zijn aan de basis iets vergroeid en dragen oliekliertjes (zie bij Grote wederik). De bloemen ontvangen weinig insectenbezoek. Zaadzetting schijnt slechts bij hoge uitzondering voor te komen. Vermeerdering gebeurt Vla stengelfragmenten, die onder meer door water worden verspreid.
Penningkruid komt voor in Europa met uitzondering van de noordelijkste, westelijkste en zuidelijkste delen. In het grootste deel van Nederland is het algemeen; alleen in hooggelegen, voedselarme zand- en hoogveengebieden, op de Waddeneilanden en in het Zuid-Limburgse heuvelland komt het weinig voor. Verder is het als sier- en aquariumplant in gebruik.
Penningkruid is een plant van min of meer voedselrijke en vochtige tot natte plaatsen op meestal carbonaatrijke (niet-zure) grond, vooral op rivierklei en kleihoudend laagveen, verder op leem en humeus zand. Als bodembedekker is het gebonden aan plekken waar hoger opschietende planten voldoende ruimte laten. Door een groot deel van het jaar actief te zijn en de bodem met een tamelijk dicht bladmozaïek te bedekken kan de plant, na zich eenmaal te hebben gevestigd, zich ook in de schaduw van andere gewassen goed handhaven. Vooral daar waar lichte en schaduwrijke perioden elkaar afwisselen - zoals in hakhout - voelt Penningkruid zich thuis. Bloei vindt alleen op zonnige of licht beschaduwde plekken plaats, maar is voor deze plant in feite 'overbodige luxe'. Een andere eigenschap waarvan Penningkruid dikwijls profiteert, is zijn vermogen langdurige winterse overstromingen te doorstaan. In ondiep water zet het de koolzuurassimilatie onder water voort en vormt nieuwe, zwevende stengels met duidelijk kruisgewijs staande bladeren. Daarentegen verdraagt het de dagelijkse overspoeling van het zoetwatergetijdengebied niet: het is in deze omgeving tot de hoogst gelegen terreingedeelten beperkt.
Als bosplant staat Penningkruid in diverse bostypen op voedselrijke gronden met weinig bodemontwikkeling: buiten- en binnendijkse Wilgengrienden, Essen-lepenbossen, Elzenbroekbossen in oude beekarmen. In bossen op oudere bodem is het in hoofdzaak tot paden beperkt; ook staat het wel - zij het weinig vitaal - aan zandige oevertaluds van bosbeken. Buiten het bos bezet Penningkruid vaak smalle gordels op de overgang van graslanden naar waterkanten. Zo staat het in uiterwaarden, langs weilandsloten, aan de voet van dijkhellingen, ook wel in de droogvallende oeverzone van duinplassen. Planten waardoor het in uiteenlopende biotopen wordt vergezeld, zijn onder meer Kruipende boterbloem (Ranunculus repens), Ruw beemdgras (Poa trivialis), Fioringras (Agrostis stolonifera), Hondsdraf (Glechoma hederacea) en op nattere plaatsen Moeraswalstro (Galium palustre) en Moerasvergeet-mij-nietje (Myosotis palustris).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Penningkruid houdt van (kort)grazige vegetaties op vochtige tot natte, soms tijdelijk overstroomde gronden, op lichte tot zware bodems. De soort verdraagt beschaduwing goed. Ze komt voor langs sloot- en waterkanten, in grazige wegbermen, natte weiden en gazons, in populierenaanplantingen en op natte plekken in diverse andere bostypes.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.