Kwetsbaarheid is een criterium om de waarde van ecosystemen in te schatten. Het geeft aan hoe snel het systeem zal veranderen onder invloed van bepaalde verstoringen, zoals betreding, verdroging, verzuring etc... Een dynamisch ecosysteem zoals een Wilgenvloedbos is minder kwetsbaar dan een Eiken-Beukenbos met Wilde hyacint.

Vervangbaarheid slaat op de tijd die nodig is voor de ontwikkeling van dit ecosysteem. Hoe langer die tijd, hoe groter de waarde. Een oerbos heeft een zeer hoge waarde, een stuifzand een lage. Veel ecosystemen echter hebben een hogere waarde in vervangbaarheid dan je eerst zou inschatten, zo zijn goed ontwikkelde, permanente graslanden waardevoller op dat vlak dan een populierenaanplanting, ook al is dat laatste bos.

Habitatbomen zijn vaak oude bomen die specifieke 'niches' bevatten zoals holtes, losse schors, scheuren... Deze niches worden 'boommicrohabitats' genoemd. Hoe ouder een boom, hoe groter de kans dat er iets met hem gebeurt en hij zulke 'littekens' ontwikkelt.

Boomgerelateerde microhabitats worden daarom erkend als belangrijke substraten en structuren voor biodiversiteit in bossen.