Nadat een boom is geveld, moet hij uit het bosbestand worden verwijderd, of in bosbouwjargon, worden 'geruimd'. Als de boom eerst ter plaatse in kortere stukken; bijvoorbeeld 2,45 meter, wordt gezaagd en dan pas uit het bestand wordt gehaald, noemt men dit de korthoutmethode. Dit doet men om te vermijden dat bij het uitslepen van volledige boomstammen (de langhoutmethode) overblijvende bomen beschadigd worden. Een nadeel is dan weer dat om de kortere stamstukken uit het bestand te halen, vaak zware machines moeten worden gebruikt, met bodemcompactie tot gevolg.