Bosecologie is een tak van de ecologie, wat op zich weer een onderdeel is van de biologie. Bosecologie bestudeert de samenstelling van levensgemeenschappen binnen bossen, de relaties tussen de levende organismen onderling en met de niet-levende omgeving en processen in bossen.

Op basis van de leeftijd van de bomen in een bosbestand, wordt een onderscheid gemaakt tussen twee bestandstypes. In een gelijkjarig bos zijn alle bomen praktisch even oud en in een ongelijkjarig hebben bomen een duidelijk verschillende leeftijd.

De bestandsvorm slaat op de wijze waarop een bosbestand is opgebouwd. De indeling gebeurt op basis van hoogteverschillen tussen de bomen. In gelijkvormige bestanden zijn alle bomen ongeveer even hoog, terwijl in een ongelijkvormig bestand duidelijke hoogteverschillen voorkomen

Allopatrische soortvorming is het ontstaan van nieuwe soorten wanneer populaties geïsoleerd raken in verschillende gebieden. (zie ook geografische soortvorming)

Meestal wordt sink gebruikt in de betekenis van een sinkpopulatie of putpopulatie. De sterfte is er groter dan de voortplanting, en de populatie blijft op peil door immigratie vanuit brongebieden. Op het eerste zicht is er dus meestal niks aan de hand, maar die indruk is verkeerd. In een tweede betekenis is een sink een reservoir in een materialencyclus. Zo is de sink van stikstof de atmosfeer.

Nitrofiele planten groeien bij voorkeur op plaatsen waar veel stikstof in de bodem zit.

Guanotrofie is een lokale sterke bemesting door uitwerpselen door het geconcentreerd voorkomen van vogels. Dat kan door kolonievorming zijn zoals bij meeuwen, roeken en aalscholvers of hoge aantallen watervogels zoals eenden en ganzen. Dat laatste is bijvoorbeeld een probleem bij Canadese ganzen.

Voor de opvolging van het gemeentelijke milieubeleidsplan (meerjarenplan) moet er jaarlijks een milieujaarprogramma opgemaakt worden, dat de volgende elementen bevat: - een verslag van de stand van uitvoering van het geldende gewestelijke milieubeleidsplan op gemeentelijk vlak en, voor zover ze bestaan, van het provinciale milieubeleidsplan en het gemeentelijke milieubeleidsplan; - een opgave van de door de gemeente in het komende jaar te verrichten activiteiten en te nemen maatregelen ter uitvoering van het geldende gewestelijke milieubeleidsplan en, voor zover ze bestaan, van het provinciale milieubeleidsplan en het gemeentelijke milieubeleidsplan; - een overzicht van de in het ontwerp van begroting geraamde inkomsten en uitgaven voor de uitvoering van het gewestelijke milieubeleidsplan en, voor zover ze bestaan van het provinciale milieubeleidsplan en het gemeentelijke milieubeleidsplan.

Fytofagen zijn ongewervelde dieren die leven van planten of plantensap zoals bladluizen en vlinders.

De dorsale zijde van een organisme is de rug- of achterzijde.