Kalketrip is een struikachtige vertakte zomerbloeier met opstijgende, bochtige stengels. De stengel bladeren zijn enkelvoudig gedeeld, met lijnvormige slippen. De assen lopen uit in een hoofdje die een distelachtig uiterlijk heeft. Het aanhangsel van de omwindselbladeren, behalve de binnenste, heeft de vorm van een recht afstaande, gele stekel, die aan de brede voet enige zijstekeltjes draagt. Op deze stekels slaat de naam Kalketrip, die voetangel betekent. Kalketrip groeit op zonnige, droge, kalkhoudende, open plaatsen zoals dijkhellingen nabij de zee.
Kalketrip komt voor in het Middellandse-Zeegebied, Zuidwest- Azië, West-Europa en het westen van Midden-Europa. In Noord-Amerika is de soort ingeburgerd. De noordgrens situeert zich ter hoogte van Midden-Engeland, Nederland en Midden-Duitsland. Vlaanderen ligt aan de rand van het natuurlijke verspreidingsareaal. In België is kalketrip zeldzaam in Lotharingen en zeer zeldzaam in het Maasdistrict. Elders ontbreekt de soort of is ze verdwenen. Wel worden nu en dan adventiefplanten gevonden.
Vroeger werd kalketrip via zaaigoed (graan) verspreid, maar aangezien het zaad nu grondig gezuiverd wordt, is die verspreidingswijze weggevallen. In de 19de eeuw werd de plant gevonden in de kuststreek, op de dijken in het Oost-Vlaamse krekengebied, in de omgeving van Antwerpen, rond Brussel en in Zuid-Limburg. In de periode 1939-1971 werd ze nog gevonden in drie uurhokken, daarna nergens meer. De meest recente waarneming betrof een adventiefvondst langs een autosnelweg (Deinze, 1996). Op het Nederlandse gedeelte van de Sint- Pietersberg, op ongeveer 100 meter van de Belgisch-Nederlandse grens, is in 2003 nog een grote populatie gevonden in een kalkgrasland.
Een verdwenen Centaurie
Een Centaurie die vroeger tot de Nederlandse flora behoorde en tegenwoordig hooguit nog als adventiefplant optreedt, is de Kalketrip (Centaurea calcitrapa). Dit is een lage tot middelhoge, struikachtige vertakte zomerbloeier met opstijgende, bochtige stengels. Zij staat als tweejarig te boek en vormt een Rozet van dubbel veervormig gedeelde bladeren, die in de bloeitijd reeds verdord zijn. De stengel bladeren zijn enkelvoudig gedeeld, met lijnvormige slippen; de bovenste zijn vaak alleen verwijderd gezaagd. De assen lopen uit in een hoofdje; vlak daaronder splitst zich een zijtak af, die schijnbaar de as voortzet; onder sommige hoofdjes zitten dicht bijeen twee zijtakken. Daardoor lijkt het alsof de hoofdjes tegenover de stengelbladeren en deels In de ‘takvorken’ staan. De hoofdjes maken duidelijk waarom deze plant in oude kruidboeken tot de distels gerekend werd. (als Carduus stellatus = Sterredistel). Het aanhangsel van de omwindselbladeren, behalve de binnenste, heeft bij deze soort de vorm van een krachtige, recht afstaande, gele stekel, die aan de brede voet enige zijstekeltjes draagt. Op deze stekels slaat ook de tot Kalketrip verbasterde naam Calcitrapa, die voetangel betekent. Het geheel doet wat aan het vrijheidsbeeld te New York denken. De bloemen zijn licht paarsrood en tamelijk klein, en er zijn geen grote randbloemen; Daardoor valt de bloei niet erg op. De nootjes dragen geen pappus. Ze worden alleen bij warm herfstweer rijp.
Kalketrip komt voor rondom de Middellandse Zee en in Zuidwest-Azië, West-Europa en het westen van Midden-Europa; in Noord-Amerika is zij ingeburgerd. Aan de noordgrens van haar Europese areaal, die door Midden-Engeland, Nederland en Midden-Duitsland loopt, is zij haar optreden deels onbestendig. Nadat in ons land geconstateerd was dat zij nergens meer bestendig voortkwam, heeft men haar achteraf tot adventiefplant verklaard. Haar voorkomen zou hebben berust op invoering van de nootjes met graan uit Zuidoost-Europa. Het staat echter vast dat zij in diverse streken wel degelijk een vast bestanddeel van de flora vormde. Volgens Dodoens kwam zij in de 16de eeuw overal in Zeeland en rondom Antwerpen voor. Tot in de jaren twintig van de 20ste eeuw kwam zij op verscheidene plaatsen in het Deltagebied voor, op Voorne tot in de jaren dertig. In de 19de en het begin van de 20ste eeuw is zij over een periode van zeventig jaar regelmatig op Ameland aangetroffen; hier was zij plaatselijk talrijk. Op de tegenoverliggende vaste wal stond zij bij Holwerd, de plaats van waaruit de verbinding van Ameland met het vasteland wordt onderhouden. In Zuid-Limburg heeft zij bij Maastricht meer dan zestig jaar op dezelfde plek standgehouden, tot 1964. (Zowel op Ameland als bij Maastricht kan de aanwezigheid van de planten zeer wel van nog veel oudere datum zijn, alleen ontbreken daarover gegevens.) Tenslotte is zij nog op een aantal plaatsen langs de grote rivieren gevonden.
Kalketrip groeide op zonnige, droge, kalkhoudende, stikstofrijke, ammoniakhoudende, betreden of beweide, open tot grazige plaatsen, vooral op klei. Het meest stond zij op dijkhellingen nabij de zee, vermoedelijk op soortgelijke plekken als IJzerhard (Verbena officinalis). Op Ameland was zij kenmerkend voor de dijkjes van afzonderlijk ingepolderde landbouwgronden, toen dit eiland aan de wadzijde geen doorlopende zeedijk had. In het Deltagebied kwam zij ook hier en daar in de duinen voor. In Zuid-Limburg is zij onder meer aan de voet van krijthellingen gevonden. Haar verdwijning van de dijken vond plaats ver voordat chemische onkruidbestrijding in zwang kwam. Wellicht werd zij vooral door rondtrekkende schaapskudden verspreid en is zij met dergelijke kudden verdwenen. Opeenvolgende jaren met koud nazomer- en herfstweer kunnen haar vervolgens de nekslag hebben gegeven. In elk geval staat haar verdwijning niet op zichzelf: Tengere distel, Wilgsla, Scherpkruid (Asperugo procumbens) en, voor zover het Zeeland betreft, ook Veldhondstong (Cynoglossum officinale) vertonen een dergelijk gedrag.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1991 (deel 4)
Kalketrip geeft de voorkeur aan warme standplaatsen en kiest voor plaatsen met veel licht (volle zon). Andere milieu-eisen zijn droge, kalkhoudende en (matig) stikstofrijke bodems. De groeiplaatsen zijn onder meer ruderale plaatsen in de Duinen, braakland, kalkrijke dijken, krijthellingen en wegbermen.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.