Klein sterrekroos, voorheen Voorjaarssterrekroos genoemd, is een zeer kleine, eenjarige plant die in de zomer bloeit en zowel als land- als waterplant voorkomt. De plant kan kiemen van de lente tot de nazomer en vormt in het water eerst lijnvormige bladeren, gevolgd door rozetten met ongeveer tien spatelvormige bladeren. Vaak komen de meeldraden en stijlen niet volledig tot ontwikkeling, en de vruchtbeginsels groeien zonder bestuiving tot vruchten uit. De vruchten zijn klein, omgekeerd-eivormig, loodzwart, en alleen bij de top smal gevleugeld.
Dit sterrenkroos vertoont een circumpolaire verspreiding: de soort komt voor in Noord-Amerika, Azië en vooral in Noord-, Midden- en Oost-Europa. De wereldverspreiding is nog niet helemaal uitgeklaard. Onder de inheemse sterrenkrozen is het de soort met de ruimste mondiale verspreiding, maar haar aanwezigheid in België en Vlaanderen is submarginaal. In zuidelijk België is klein sterrenkroos zeer zeldzaam en bekend van enkele groeiplaatsen in de Ardennen en de Maasstreek (SAINTENOY-SIMON 1999).
Er is slechts één historische waarneming van Vlaanderen bekend (revisie Schotsman 1962). Momenteel is klein sterrenkroos, dat nu zeker veel beter gekend is dan tijdens de eerste kartering, nog steeds zeer zeldzaam in Vlaanderen. Incidentele waarnemingen zijn er van de Zand- en Zandleemstreek en van de omgeving van Temse (niet geverifieerd op herbarium). In het vijvergebied van Midden-Limburg is er een mooi gesloten areaal. Daar wordt de soort vaak in dezelfde milieus aangetroffen als gesteeld sterrenkroos.
Klein sterrekroos - voorheen Voorjaarssterrekroos genoemd - is een zeer kleine, eenjarige, zomers bloeiende land- of waterplant. Een enkele keer is bij de watervorm bloei in december waargenomen. Kieming kan van de lente tot de nazomer plaatsvinden. In het water vormt de plant eerst lijnvormige bladeren, later rozetten van ongeveer tien spatelvormige bladeren. In de oksels van de rozetbladeren staan gewoonlijk telkens een mannelijke en een vrouwelijke bloem bijeen in dezelfde bladoksel. Indien de bloemen goed ontwikkeld zijn, is normale bestuiving in de lucht of op het wateroppervlak mogelijk. Vaak echter komen meeldraden en stijlen niet volledig tot ontwikkeling. Als landvorm heeft Klein sterrekroos kruipende stengels met langwerpige tot lijnvormige bladeren. Mannelijke bloemen en stijlen zijn bij de landvorm slecht of helemaal niet ontwikkeld, en de vruchtbeginsels groeien zonder bestuiving tot vruchten uit, wat ook bij de watervorm kan voorkomen. De vruchten zijn klein, omgekeerd-eivormig, loodzwart, en alleen bij de top smal gevleugeld. De plant sterft voor het eind van het jaar af, meestal tegen de herfst.
Klein sterrekroos komt voor in de koude en gematigde zones van het noordelijk halfrond; of het ook op het zuidelijk halfrond groeit, is onzeker. Voor zover bekend, is het in Nederland uiterst zeldzaam. Op een vindplaats bij Coevorden, waar het in 1859 was aangetroffen, werd het 120 jaar later teruggevonden; in de tussentijd was in dezelfde omgeving nog een tweede groeiplaats ontdekt. Kort na 1950 is het op twee plekken in Noord-Drenthe waargenomen. Voorts zijn oudere vondsten bekend uit de omgeving van Doesburg, Nijmegen, Vianen, 's-Hertogenbosch en Gulpen.
Klein sterrekroos is een dwergpionierplant van plekken met een wisselende waterstand op minerale, meestal slibrijke en humeuze, carbonaatarme bodem. Met zijn fragiele bouw verdraagt het geen waterbeweging. Het is gebonden aan kleine waterruimten en drooggevallen plekken. In Nederland is het voornamelijk als landplant waargenomen. In beekdalen werd het gevonden in trapgaten langs drinkpoelen, in weilanden die 's winters onder water staan. Hier groeide het samen met Gevleugeld sterrekroos, Waterpostelein (Lythrum portula), Moerasmuur (Stellaria uliginosa), Egelboterbloem (Ranunculus flammula) en Moeraswalstro (Galium palustre). In de loop van de zomer worden deze laagblijvende planten door Waterpeper (Polygonum hydropiper) en Tandzaad (Bidens spp.) in de schaduw gesteld. Langs oude rivierlopen is Klein sterrekroos te verwachten in gezelschap van plantjes als Slijkgroen (Limosella aquatica) en Vreemde ereprijs (Veronica peregrina).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Klein sterrenkroos groeit in ondiepe, stilstaande, snel opwarmende en zomerdroge plassen (zoals periodiek drooggelegde visvijvers) en oeverzones. De soort verkiest modderige bodems en venig zand.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.