Deze plant wordt beschouwd als een invasieve exoot, hij mag niet meer worden verhandeld of aangeplant.
Ondergedoken waterplant met lange vegetatieve stengels die kransen van fijn verdeelde veernervige blaadjes dragen. De generatieve stengels steken uit boven het water, ze dragen een ijle, aarvormige bloeiwijze met grote schutbladeren. Deze schutbladeren hebben een gezaagde rand en staan in kransen. In de oksels hiervan staan de kleine felroze bloemetjes ingeplant.
Een effectief beheer richt zich op het zo volledig mogelijk verwijderen van de besmetting. De meest geschikte methode die op een bepaald moment op een bepaalde plaats ingezet kan worden, hangt af van de aard van de besmetting (bv. nieuwe vindplaats, oude besmetting, besmettingsgraad), de locatie (o.a. functie, afmetingen, toegankelijkheid), de aanwezigheid van bovenstroomse aanvoer, en de beschikbare capaciteit. Voor goed bereikbare waterlopen met een lichte bestmetting verdient handmatig verwijderen verdient steeds de voorkeur daar men hiermee de planten nauwkeuriger kan verwijderen dan met machinale midellen. Machinale technieken worden enkel ingezet bij grote populaties mits men voldoende maatregelen kan nemen om te voorkomen dat de planten kunnen hergroeien of dat fragmenten zich stroomafwaarts kunnen verspreiden. Het gebruik van een maaibalk is hierbij een goede optie. Ook afdekken, verlagen van de watertafel en beschaduwen kunnen aangewend worden om de planten terug te dringen.In alle gevallen zijn nauwgezette opvolging en handmatige nazorg vereist gedurende enkele jaren. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de resultaten van het Invexo project(opent nieuw venster) en de fiche (opent nieuw venster)op het meldsysteem waarnemingen.be.
Bestrijding van ongelijkbladig vederkruid is zeer moeilijk daar de plant makkelijk in stukken breekt en ook makkelijk teruggroeit vanuit kleine fragmenten (vb stukjes stengel die in de bodem achterblijven of op het water wegdrijven). Een effectief beheer richt zich op het zo volledig mogelijk verwijderen van de besmetting. Handmatig verwijderen verdient indien mogelijk steeds de voorkeur daar men hiermee de planten nauwkeuriger kan verwijderen dan met machinale middelen. Bij kleine populaties langs een oever is dit meestal haalbaar. Machinale technieken worden enkel ingezet bij grote populaties mits men voldoende maatregelen kan nemen om te voorkomen dat de planten kunnen hergroeien of dat fragmenten zich stroomafwaarts kunnen verspreiden. Werk hierbij steeds van stroomopwaarts naar stroomafwaarts. Machinale bestrijding gebeurt het best met een maaikorf zonder snijfunctie om verspreiding van plantendelen te vermijden. Afdekken van de planten, verlaging van het waterpeil (uitdroging of bevriezing van de planten) en beschaduwing kunnen tevens voor een afname van het aantal planten zorgen. Indien volledige uitroeiing gewenst is dienen deze technieken, evenals het maaien, steeds gecombineerd te worden met handmatige verwijdering van de overgebleven planten(delen). Voor uitgebreide beheerinformatie en de toepassing van meer experimentele technieken zoals branden en de hydroventuri, wordt verwezen naar de resultaten van het Invexo project(opent nieuw venster).
M. heterophyllum groeit in voedselrijke wateren zoals poelen, sloten, kanalen en traag stromende beken.
Ongelijkbladig verderkruid is in staat om zeer dichte populaties te vormen en zo andere onderwaterplanten te verdringen. De dichte matten verminderen de lichtinval op de bodem en kunnen de waterstrook blokkeren. Wanneer de resten zich ontbinden, kunnen ze zorgen voor een zuurstofgebrek in het water.
Het wettelijk statuut van deze soort wordt geregeld door de Europese verordening n° 1143/2014(opent nieuw venster) en het Vlaamse soortenbesluit van 15 mei 2009(opent nieuw venster). In alle Europese lidstaten is het sinds 2 augustus 2017 verboden om deze soort te importeren, te houden, te kweken, te vervoeren, te verhandelen, te gebruiken, uit te wisselen, of in het wild los te laten. Daarbij gelden evenwel volgende overgangsbepalingen.
In overeenstemming met hoofdstuk 4/1 van het soortenbesluit(opent nieuw venster) mogen houders van een commerciële voorraad hun levende specimens verkopen of overdragen aan niet-commerciële gebruikers tot en met 1 augustus 2018, op voorwaarde dat de specimens in een gesloten omgeving gehouden en vervoerd worden, en alle passende maatregelen zijn genomen om voortplanting of ontsnapping onmogelijk te maken. Na voornoemde datum kunnen specimens enkel aan gespecialiseerde instellingen worden overgedragen of verkocht.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.