Zilte greppelrus is een lage tot zeer lage, vaak wat gedrongen, aan de voet dikwijls rood aangelopen, eenjarige zomerbloeier met opgerichte of vaak opstijgende tot min of meer liggende stengels. Meestal zit een deel van de bloemen in groepjes van twee of drie bijeen. Zilte greppelrus komt voor in de (koel-)gematigde zone van het noordelijk halfrond. Hij is een pionier van drooggevallen plaatsen op uitgesproken voedselrijke, verslempte zand- en kleigrond.
Zilte greppelrus is bekend van geheel Europa (behalve Zuid- Europa), vooral van kustgebieden. Het globale areaal is nog niet in voldoende detail bekend wegens verwarring met greppelrus. De soort is ook bekend van Noord-Amerika, Noord-Afrika en Azië. In België is zilte greppelrus bijna uitsluitend van het maritiem district bekend.
In Vlaanderen is zilte greppelrus een zeldzame soort omdat ze tot de Polders en Duinen beperkt is. Binnen die districten is zilte greppelrus echter niet echt zeldzaam en vaak is ze lokaal abundant. De zeer forse uitbreiding van het aantal groeiplaatsen ten opzichte van de periode 1939-1971 is in de eerste plaats een gevolg van de laattijdige ‘ontdekking’ van het taxon tijdens die eerste karteerronde. Andere oorzaken zijn de intensievere verkenning van de kustgebieden tijdens de tweede karteerronde (1972-2004) en de creatie van nieuwe geschikte milieus in de Polders, vooral tijdens de laatste decennia.
Zilte greppelrus is een lage tot zeer lage, vaak wat gedrongen, aan de voet dikwijls rood aangelopen, eenjarige zomerbloeier met opgerichte of vaak opstijgende tot min of meer liggende stengels. Meestal zit een deel van de bloemen in groepjes van twee of drie bijeen (hoewel niet precies op dezelfde hoogte: hoofdjes worden niet gevormd). De binnenste bloemdekbladen zijn stomp en ongeveer even lang als de vrucht. De vruchtkleppen zijn bovenaan afgeknot. Van de stijl blijft slechts een miniem puntje op de top van de vrucht over. Voor het overige komt Zilte greppelrus met de gewone Greppelrus overeen.
Zilte greppelrus komt voor in de (koel-)gematigde zone van het noordelijk halfrond, maar zijn areaal is slecht bekend doordat hij lange tijd niet van Greppelrus onderscheiden werd. In Nederland is hij plaatselijk vrij algemeen in het kustgebied; verder komt hij in het IJsselmeergebied voor en hier en daar langs de grote rivieren, onder meer in de omgeving van Arnhem.
Zilte greppelrus is een pionier van drooggevallen plaatsen op uitgesproken voedselrijke, verslempte zand- en kleigrond. Hij is niet aan zilte omgeving gebonden, maar komt daar wel veel meer voor dan in zoet milieu. Zijn natuurlijke standplaats wordt gevormd door lage, in het winterhalfjaar geïnundeerde delen van strandvlakten die pas van de zee afgesnoerd zijn. Overeenkomstig daarmee is zijn optreden op pas ingedijkte schorren. Verder staat hij vaak talrijk in nieuw gegraven plassen in de duinen, vooral als de bodem daarvan niet uit puur zand bestaat maar slib- of kleihoudend is. Zijn vaste metgezel op dergelijke standplaatsen is een dwergvorm van de Rode ganzenvoet (Chenopodium rubrum). Ook treedt hij vaak samen met Stomp kweldergras (Puccinellia distans subsp. distans) en Zilte schijnspurrie (Spergularia salina) op, soms ook met Strandduizendguldenkruid (Centaurium littorale) en Sierlijke vetmuur (Sagina nodosa). In 's zomers droogvallende weilandgreppels in brak gebied staat hij samen met Fioringras (Agrostis stolonifera) en Moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Zilte greppelrus wordt in België pas vanaf de vierde editie van de ‘Nouvelle Flore’ (LAMBINON et al. 1992) als een aparte soort onderscheiden. Voordien, in de eerste twee derden van de tweede karteerperiode, werd ze beschouwd als een ondersoort van greppelrus, wat ongetwijfeld ook nog na 1992 zijn weerslag heeft gehad op het onvoldoende noteren van het taxon. Min of meer zilte pionierssituaties in contactzones tussen land en water vormen de geschikte groeiplaatsen voor zilte greppelrus. Habitats zijn allerlei oeverzones (veedrinkputten, sloten enz.) en ondiepe, tijdelijk overstroomde laagten, vooral in graslanden, maar ook duinpannen en hogere schorrengronden, opgespoten terreinen, kreekranden enz.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.