Het jachtdecreet van 1991 bepaalt welke dieren wettelijk als jachtwild worden gezien. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen grofwild (vb ree), klein wild (vb haas en fazant), waterwild (vb wilde eend) en overig wild (houtduif en konijn).
In dit decreet wordt het wild volgens volgende categorieën gerangschikt: Grof wild: edelherten, reeën, damherten, moeflons en everzwijnen Klein wild: hazen, fazanten, patrijzen, korhoenders Waterwild: wilde eenden, krakeenden, slobeenden, kuifeenden, tafeleenden, pijlstaarten, wintertalingen, smienten, grauwe ganzen, rietganzen, watersnippen, meerkoeten, toppereenden, kolganzen, kleine rietganzen, Canadese ganzen, waterhoenen, kieviten, zomertalingen, bokjes en goudplevieren Overig wild: houtduiven, konijnen, vossen, verwilderde katten, bunzings, hermelijnen, wezels, boommarters, steenmarters. Alle andere in het wild levende soorten mogen dus niet bejaagd worden. Merk op dat vroeger de term \"schadelijk wild\" werd gebruikt voor de laatste categorie, maar gezien de gewijzigde ecologische visie op deze soorten is de naam veranderd naar \"overig wild\". Niet al dit wild mag het hele jaar door worden bejaagd, de Vlaamse regering legt dit vast in openingsbesluiten die 5 jaar geldig zijn. Het huidige openingsbesluit geldt voor de periode van 1 juli 2003 tot 30 juni 2008. Daarin staat bijvoorbeeld dat de jacht op grof wild, met uitzondering van ree, open is van 1 oktober tot en met 31 december. De jacht op reegeit en reekalf is open van 15 januari tot en met 15 maart, terwijl de jacht op reebok open is van 15 mei tot en met 15 september. Voor waterwild en overig wild gelden per soort verschillende jachttijden, waarbij er nog een verschil is tussen vogelrijke en niet-vogelrijke gebieden. Men mag normaal gezien jagen van zonsopgang tot zonsondergang, op ree mag men beginnen jagen vanaf een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang. Wild is in principe niemands eigendom. Een patrijs die de ene dag in het gebied van jager a vertoeft zal morgen misschien in het gebied van jager b zitten. Het is het eigendom van de persoon die zich er het eerst meester van maakt. Dat heeft ondermeer tot gevolg dat een ree, per ongeluk aangereden in de periode dat jacht toegelaten is, eigendom wordt van de bestuurder van het voertuig.
De keuze van een flink aantal soorten in het jachtdecreet is ingegeven vanuit historische motieven en in welke mate een soort schade kan veroorzaken aan de landbouw of andere jachtsoorten. Een eerste groep soorten staat nog uit eerder nostalgische overwegingen op de lijst, maar zijn zeker niet in die mate algemeen dat ze duurzaam kunnen worden geoogst, laat staan dat ze een probleem veroorzaken. Korhoenders zijn bijvoorbeeld uitgestorven in Vlaanderen als gevolg van het verdwijnen van hun habitat . Watersnip staat op de Rode Lijst als met uitsterven bedreigd, zomertaling als bedreigd, goudplevier is een \"onregelmatige broedvogel\" wat bijna hetzelfde is als uitgestorven en bokje is zelfs geen broedvogel in ons land. Ook de boommarter komt maar met enkele exemplaren voor in Vlaanderen. Zij komen dan ook al een tijdje niet meer voor op de openingsbesluiten maar worden niet uit het jachtrecht gehaald. Een tweede groep zijn soorten die oogstbaar zijn, waarop tenminste tijdelijk een duurzaam gebruik mogelijk is. Ree is zo\'n soort waarvan de populatie het erg goed doet en dus een duurzaam gebruik kan verdragen. Een derde groep zijn soorten die schade veroorzaken aan landbouw en/of ecosystemen. Het kunnen inheemse soorten zijn die (tijdelijk) in aantal sterk zijn toegenomen zoals vroeger het konijn en tegenwoordig de houtduif. In welke mate de jacht een oplossing biedt is de vraag, maar een jager is verantwoordelijk voor de schade veroorzaakt door dit wild aan de landbouw. Hij zal een vergoeding moeten betalen als de landbouwer kan aantonen dat de te hoge wildstand de schade heeft veroorzaakt. Een relatief nieuw verschijnsel in het jachtrecht zijn de exoten die schade aan ecosystemen kunnen veroorzaken, recent is zo de Canadese gans toegevoegd aan de lijst. Echter, deze maatregel is relatief zinloos gezien de reproductiecapaciteit van deze soort alle afschot kan overstijgen. De vierde groep tenslotte zijn soorten waarvan wordt of werd beweerd dat ze schade kunnen veroorzaken aan ander jachtwild. Alle roofdieren behoren tot deze groep met als belangrijkste soort de vos. Om een idee te krijgen van hoe het in Vlaanderen gesteld is met de jacht kunnen we de afschotstatistieken bekijken. Die worden gepubliceerd door de wild-cel van het INBO. Enkele cijfers van door Wildbeheereenheden gerapporteerde cijfers van 2004 (de werkelijke cijfers zullen dus ongetwijfeld wat hoger liggen). Merk op dat Vlaanderen ongeveer 12 000 jagers telt. Ree : 2 907 Haas: 56 083 Konijn : 48 634 Patrijs : 24 141 Fazant : 140 526 Wilde eend : 92 123 Houtduif : 375 983 Vos: 6712 Ekster: 52453 Kraai: 79361 Zoals hoger aangegeven wordt via openingsbesluiten aangegeven wanneer op deze soorten mag worden gejaagd. Daarnaast zijn er ook voorwaarden in de ruimte: een jager moet het jachtrecht bezitten van het stuk grond waar hij jaagt, en het jachtterrein moet een minimale oppervlakte hebben, zijnde 40 ha (bijkomende voorwaarden kan je terugvinden in de online cursus van ANB). Tenslotte moet voor bepaalde soorten een afschotplan worden ingediend dat eerst moet worden goedgekeurd door ANB. Voorlopig wordt dit enkel opgelegd voor de jacht op ree. Enkele termen uit het jachtjargon : -rechtbekken : kraaiachtigen -krombekken : roofvogels -Reinaert : de vos, ook roodrok of reintje genoemd -lepel: oor van een haas of konijn -loper: poot van haas, konijn en grote hoefdieren -spiegel: witte stukje vacht op het achterste van een ree -weidelijkheid: verantwoordelijke houding tegenover mens, plant en dier -aveien: voedsel zoeken -klucht: groep patrijzen -sprong : groep reeën, vooral in de winter te zien -kegelen: het zich op de achterlopers verheffen door haas, konijn of materachtigen -rekel: mannelijke vos -moer : vrouwelijke vos -rammelaar: mannelijk haas of konijn -kits : ree van minder van een jaar oud -damwild : damhert -roodwild : edelhert -keiler : volwassen mannetje van een everzwijn -bagge : volwassen vrouwtje van een everzwijn -frischling : jong everzwijn van minder dan een jaar oud -overloper : Everzwijn in zijn tweede levensjaar -spitser: jonge reebok met geweitjes met één spits -smalree : jonge reegeit die nog niet heeft gekalfd -aanspreken : wild bekijken, eventueel door een zoeker van een geweer, om te beslissen of het al dan niet afschotwild is -strekken : doodschieten -zweet : bloed -bersjacht : vorm van jacht waarbij het wild sluipend wordt benaderd -drijfjacht: hier staan de jagers op één lijn opgesteld. De drijvers jagen het wild op in hun richting. Van zodra het wild hen voorbij is gelopen, kunnen de jagers proberen om het te schieten -jacht voor de voet : Hierbij stellen jagers en drijvers zich op een lijn en trekken zo door veld en bos -loerjacht: vanop een hoogzit of beschut op de begane grond het wild beloeren en eventueel tot afschot overgaan -trakker : drijver -tableau : de totale hoeveelheid geschoten dieren van een jachtdag, eventueel uitgestald -verwaaiing: lichaamsgeur of zweet -pekelen: De urine uit de blaas van een haas/konijn drukken Dit om de kwaliteit van het vlees te behouden.
Het jachtdecreet kan gedownload worden van de site van het Agentschap voor Natuur en Bos, voorlopig nog onder de deelsite van het vroegere Bos en Groen onder publicaties.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.