De veldkrekel komt in onze regio vooral voor aan randen van stuifzanden en droge heide, in een vrij lage, dichte grasvegetatie. De soort heeft een voorkeur voor een vegetatie met veel graspollen, maar minstens 20-33 procent van de biotoop moet bestaan uit onbegroeide bodem. De open zandige plekken worden door de jonge dieren gebruikt voor opwarming. In het nimfenstadium van de Veldkrekel is de aanwezigheid van veel kleine insecten als voedselbron belangrijk. Het is een voorjaarssoort die vooral actief is van mei tot juli. Het is een honkvaste soort die niet in staat geacht mag worden om grote afstanden te overbruggen.