Stikstofdepositie

Vermestende depositie of stikstofdepositie is de hoeveelheid stikstofhoudende verbindingen (stikstofoxiden, ammoniakale stikstof) vanuit de atmosfeer naar de bodem via droge (stof) of natte (regen) depositie. De vermestende invloed van deze depositie is een groot probleem voor het huidige natuurbeheer met bodemverzuring en eutrofiëring tot gevolg.

Bosconstantie

Bosconstantie is een eigenschap van bossen, met name hoe lang het bosperceel al bos is. Voorheen kan een bos akker of grasland zijn geweest. Deze term duikt vooral op in de tabellen van de LSVI (de Lokale staat van instandhouding) van de Natura2000-habitattypes.

EGV (Elektrisch Geleidingsvermogen)

Het EGV is een maat voor de elektrische geleidbaarheid van het water en wordt gebruikt om de totale concentratie aan ionen in water te bepalen. Naarmate er meer ionen in een vloeistof aanwezig zijn geleidt een vloeistof beter, en zal het EGV hoger zijn. Hoe lager het EGV, hoe minder ionen er in het water aanwezig zijn en hoe meer het op regenwater lijkt.

LSVI

Het begrip “lokale staat van instandhouding” (LSVI) is gekoppeld aan het Europees natuurbeleid. We wensen namelijk dat de beschermde habitattypes en soorten van het Natura 2000 netwerk in een goede staat zijn. Om op een bepaalde locatie (lokaal-niveau) na te gaan of een populatie of habitat in goede staat is, zijn er criteria opgesteld. Deze criteria werken met grenswaarden, zo kan je bij een evaluatie nagaan of deze grenswaarde behaalt wordt of niet. Indien niet dan is de lokale staat van instandhouding ongunstig, indien wel dan is deze gunstig.

Voor alle in Vlaanderen aanwezige Europees beschermde habitattypes, habitatrichtlijnsoorten en vogelrichtlijnsoorten zijn deze criteria opgesteld door het inbo. Per soort of habitattype zijn de verschillende criteria samengevat in een tabel de zogenaamde LSVI-tabel.   

Je kan de verschillende tabellen vinden in 3 rapporten (habitattypes, habitatrichtlijnsoorten, vogelrichtlijnsoorten) op de website van het inbo:

Ook voor regionaal belangrijke biotopen en de andere vegetatie-natuurstreefbeelden is een beoordelingskader opgesteld door het inbo(opent nieuw venster). Dit beoordelingskader werkt zoals de LSVI, maar de term LSVI is voorbehouden voor Europees beschermde habitattypes. 
 

Schoontijd

De schoontijd is een periode waarin niet in het bos mag worden gewerkt. De periode loopt standaard van 1 april tot 30 juni, maar afhankelijk van de situatie kan ze aangepast, verkort of verlengd worden. De term schoontijd wordt ook gebruikt in de jacht, het betreft de jaarlijks terugkererende periode waarin op een bepaalde soort niet mag worden gejaagd.

Kalktuf (tufsteen)

Kalktuf is een poreus sedimentair gesteente gerelateerd aan kalksteen, welke ontstaat door neerslag van kalk in koel water dat oververzadigd is met kalk ( calciumwaterstofcarbonaat) en een kalklaag zal vormen bovenop takjes, steen, of mos-substraten. Dit proces is bepalend voor habitattype 7220, Kalktufbronnen met tufsteenformaties, en is een vrij zeldzaam fenomeen in Vlaanderen.

Ionenratio (IR)

De ionenratio geeft de verhouding tussen de Ca- en Cl-ionen, en wordt uitgedrukt in %. Het is een waarde die ons een indicatie geeft van de herkomst van het water. Puur zee- en regenwater geven relatief lage IR waarden (<0.5), terwijl grondwater een relatief hoge IR waarde geeft (1-100).

BZV (Biologisch Zuurstofverbruik)

Het Biologisch Zuurstofverbruik is een maat om uit te drukken hoe zuiver of verontreinigd een waterlichaam is. Het BZV geeft aan hoeveel zuurstof micro-organismen nodig hebben om al het organische materiaal dat in het water aanwezig is af te breken. Het is een maat voor de biologisch afbreekbare componenten die in water aanwezig zijn en dus ook een maat voor de vervuilingsgraad van het water. Hoe vuiler het water is, hoe meer zuurstof micro-organismen nodig hebben om de vervuiling te verwerken.