Elk diploïd organisme heeft van elk gen twee varianten, allelen genaamd, namelijk één van elke ouder. Een gen staat in voor een bepaald kenmerk, bijvoorbeeld oogkleur. Een allel is een mogelijke uitingsvorm van zo'n kenmerk, bijvoorbeeld blauw, groen of bruin. Zijn de allelen verschillend, dan zegt men dat het organisme heterozygoot is voor dat kenmerk. Zijn ze gelijk dan is het organisme homozygoot. Een heterozygoot organisme heeft bijvoorbeeld van de vader blauwe ogen overgeërfd en van de moeder bruine ogen.