Sommige insectengroepen zoals vliegen, vlinders en kevers zien er als larve helemaal anders uit dan als volwassen dier. Zij kennen een volledige gedaanteverwisseling met een popstadium, wat ook de metamorfose wordt genoemd.

Het achterlijf bij insecten heet het abdomen, het zit vast aan het borststuk of thorax.

Het borststuk bij insecten noemen we de thorax, het is het deel tussen de kop en het achterlijf waar de poten en eventueel de vleugels aanzitten.

Een insect dat volgroeid en dus geslachtsrijp is noemen we een imago

Een ketel is de ruimere ondergrondse 'woonruimte' in het hol van konijnen, vossen en dassen, waarin verschillende gangen uitkomen. Vaak wordt het ook gebruikt als verwijzing naar het gangenstelsel van de mol.

Emigratie is het wegtrekken van individuen vanuit een brongebied. Dat kan zowel gebruikt worden in het kader van dispersie als trek.

Immigratie is het intrekken van individuen vanuit een brongebied. Dit wordt zowel gebruikt in het kader van trek als van dispersie.

Bij trek pendelen organismen tussen twee of meer vaste leefgebieden, die ze meestal ook tijdens een bepaalde periode van het jaar bewonen.

Populatiedynamica is de wetenschap die de veranderingen van populaties bestudeert, en dit zowal op korte als lange termijn. Daarbij worden aantallen, dichtheden, geslachtsverdelingen, leeftijden etc. bekeken.

Nataliteit wordt in de populatiedynamica gebruikt om aan te geven hoeveel individuen er in een populatie jaarlijks bijkomen door geboorte. Het wordt uitgedrukt in aantal per duizend individuen (vb 356/1000) of in procent (35,6%)