Bij een kaalslag of kaalkap worden alle bomen van een bosbestand ineens gekapt en afgevoerd. Hierdoor ontstaat er een lege kapvlakte van enkele hectaren waar het koele bos plots verandert in een zongeblakerde vlakte.
Het is niet zoals de naam zou kunnen doen vermoeden dat een schaduwboomsoort in de schaduw moet staan. Nee, een schaduwboomsoort is gewoon zuinig met licht waardoor de jonge exemplaren ook met weinig licht groot kunnen worden.
Een lichtboomsoort heeft in zijn jeugd absoluut licht nodig om op te groeien. Is er te weinig licht, bijvoorbeeld door de overscherming van oudere bomen, dan lukt het gewoonweg niet en sterf de lichtboomsoort af.
In een ongelijkjarig bos komen bomen van verschillende leeftijden voor. Heel oude bomen zijn zeldzaam, maar als je lang genoeg wacht kunnen de leeftijdsverschillen tussen de anciens en het jonge grut wel aardig oplopen.
Een gelijkvormig hooghout is een bos dat bestaat uit opgaande bomen met allemaal ongeveer hetzelfde formaat. De bomen hebben een gelijkaardige hoogte en dat wil zeggen dat ze waarschijnlijk tegelijk vertrokken zijn. Tussen de grond en de boomkruinen is er weinig of geen groen van kleine boompjes.
Een gemengd bos bestaat uit verschillende boomsoorten, zoals dat in de meeste natuurlijke bossen ook het geval is. Dat komt omdat de bodem en de voorgeschiedenis van elk hoekje bos niet dezelfde is. Daardoor haalt soms de ene boomsoort de bovenhand en soms de andere.
Een homogeen bos bestaat uit slechts één boomsoort. Soms komt dat omdat net die ene boomsoort het best is aangepast aan de standplaats, maar meestal omdat de mens ergens die bepaalde boomsoort heeft aangeplant.
Middelhout is de combinatie van een hakhoutlaag met opgaande bomen. Deze bosbedrijfsvorm was erg populair doorheen de eeuwen omdat hierin regelmatig brandhout kon gekapt worden en ook wat dik werkhout kon geoogst worden.
Hoogdunning of veredelingsdunning zorgt ervoor dat de kwalitatief beste bomen in het bos geholpen worden in hun groei. Dikke waardevolle bomen worden bevoordeeld door andere dikke (overheersende of heersende) bomen ernaast te kappen. Hierdoor ontstaan gaten in het kronendak waardoor de overblijvende bomen sneller zullen aandikken.