Armbloemige waterbies is een zeer lage plant met kruipende, sterk vertakte wortelstokken die soms grote matten vormen. De stengels zijn dun en vaak gekromd, omhuld door kastanjebruine scheden. De aar bevat tot zeven bloemen en is maximaal een centimeter lang, met kastanjebruine kafjes. De bloemen hebben zes borstels en een driekantig nootje. De plant groeit in drassige, basenrijke zand-, leem- en veengronden die 's winters nat zijn en 's zomers licht uitdrogen. Ze komt voor in de koel- tot gematigde zone van het noordelijk halfrond en Chili, meestal in open, jonge valleien en lichte duingebieden. Armbloemige waterbies is een pionier in niet-gesloten begroeiingen en gedijt in voedselarme, basenrijke omgevingen. Door ontwatering en verzuring zijn de groeiplaatsen van deze plant sterk verminderd.
Het areaal van armbloemige waterbies ligt in de koele en de gematigde streken van het noordelijk halfrond. In Europa strekt het zich uit van Nliddenen West-Europa tot het noorden van Scandinavie. in Zuid-Europa ontbreekt de soort grotendeels. Ook in Centraal-Azië en in Noord-Amerika komen van elkaar geisoleerde deelarealen voor. In Wallonië staat armbloemige waterbies op het punt te verdwijnen (SAINTENOY-SIMON 1999).
Armbloemige waterbies is uiterst zeldzaam in Vlaanderen en komt nog uitsluitend in natuurreservaten voor. Het aantal vindplaatsen is zeer sterk gedaald, vooral in vergelijking met de negentiende eeuw. ln de duinstreek is de soort ondertussen volledig verdwenen (de laatste vondst in Oostduinkerke dateert al van 1982), terwijl ze er in de negentiende eeuw in nog minstens acht uurhokken gevonden is. Ook de vindplaatsen in het zuiden van de Kempen zijn reeds lang verdwenen. De vindplaatsen in de natuurreservaten Buitengoor en Sluisgoor (Mol) en het Goorken (Arendonk) lijken vrij stabiel, evenals de populatie van het Torfbroek (Berg).
Armbloemige waterbies is een lage of meestal zeer lage voorzomerbloeier met kruipende, sterk vertakte wortelstokken, waarmee de plant soms aanzienlijke matten vormt. De rolronde stengels zijn ongeveer een halve millimeter dik, dikwijls gekromd, en worden aan de voet omhuld door glanzend kastanjebruine scheden. De bovenste schede is ongeveer recht afgesneden. De aar bevat hoogstens zeven bloemen en is maximaal een centimeter lang; in de vruchtperiode wordt deze ongeveer half zo breed als lang. De kafjes zijn warm kastanjebruin van kleur. Het onderste kafje (dat al dan niet een bloem draagt) omhult de aarspil volledig en is minstens half zo lang als de aar. De bloemen bevatten zes borstels. De stijl heeft drie stempels en gaat aan de voet geleidelijk in het vruchtbeginsel over — zoals bij Scirpus — maar is hiervan wel in weefselstructuur te onderscheiden. Het nootje is driekantig.
Armbloemige waterbies komt in een reeks van variëteiten voor in de (koel-)gematigde zone van het noordelijk halfrond en in Chili. In Nederland is zij vrij zeldzaam op de Waddeneilanden en in de duinen van het Deltagebied (op Walcheren ontbreekt zij). In de Hollandse vastelandsduinen heeft zij zich slechts op enkele plekken gehandhaafd. In de pleistocene streken was zij vanouds zeldzaam; recent komt zij hier nog slechts voor op vijf plekken, waarvan drie in Twente liggen. Verder groeit zij in de Lauwersmeerpolder en op één plek in trilveen in Noordwest-Overijssel. Aan de Friese westkust is zij na afsluiting van de Zuiderzee op enkele plekken verschenen, maar de laatste jaren is zij hier niet teruggevonden.
Armbloemige waterbies is gebonden aan 's winters drassige en 's zomers hoogstens licht uitdrogende zand-, leem- en veengronden met basenrijk (gewoonlijk calciumrijk), ongeveer neutraal water. In standplaats lijkt zij op haar familielid de Knopbies, maar zij is gebonden aan niet-gesloten of zeer laag blijvende begroeiingen en gedraagt zich min of meer als pionier. In de duinen staat zij in jonge, nog weinig begroeide valleien en op open plaatsen — paden en afgeplagde plekken — in oudere, humeuze, maar niet geheel ontkalkte en verzuurde valleien. In beweide binnenduingraslanden (vroongronden) op Schouwen, Goeree en Ameland groeit zij in de laagste delen van regelmatig door het vee bezochte valleitjes. Ook in jaarlijks gemaaid terrein komt zij voor, bijvoorbeeld in een verzoete inlaag in Zeeuwsch-Vlaanderen. Zij verdraagt enig zout, zij het minder dan Slanke waterbies. Binnen bereik van winterse overstroming met zeewater komt zij alleen voor aan de rand van strandvlakten op plekken die onder sterke invloed van zoet water uit aangrenzende duinen staan, bijvoorbeeld langs de Mokbaai op Texel. In het binnenland staat zij in drassige, licht hellende hooilanden en heideterreinen op leem, op plaatsen waar basenrijk grondwater uittreedt. Voor haar duurzame aanwezigheid is het gewenst dat in zulk terrein af en toe een stukje wordt afgeplagd, zoals dat ook voor Vetblad (Pinguicula vulgaris) geldt. Een deel van de vroegere groeiplaatsen is door ontginning dan wel dichtgroeien verdwenen; ook het staken van de begrazing van heiden kan tot haar verdwijning hebben bijgedragen. Verder heeft ontwatering geleid tot een sterkere invloed van regenwater op ogenschijnlijk geschikte plekken, terwijl bovendien dit regenwater een sterkere verzurende werking heeft dan vroeger, zodat een zuurmijdende plant als Armbloemige waterbies nog slechts op een paar uitgelezen plekjes weet te overleven. Planten waarmee zij samen voorkomt, zijn naast de genoemde Knopbies en Slanke waterbies onder meer Zeegroene zegge, Dwergzegge, Moeraszoutgras (Triglochin palustris), Moeraspaardebloem (Taraxacum palustre), Vleeskleurige orchis (Dactylorhiza incarnata), Parnassia (Parnassia palustris), Vlozegge, Sterregoudmos (Campylium stellatum) en Vetmos (Aneura pinguis).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Armbloemige waterbies groeit in voedselarme laagveenmoerassen en natte duinvalleien. In de Kempen groeit de soort in oorspronkelijk zure veengebieden die onder invloed staan van kwelwater afkomstig uit kanalen die kalkrijk water uit de Maas aanvoeren. Vaak staat ze in die iaagveenmoerassen in pioníersmilieus, namelijk op plagplekken in het veen, langs paadjes of op de oever van geschoonde greppels.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.