Gele ganzenbloem

Chrysanthemum segetum

De Gele ganzenbloem is een lage, in de lente kiemende zomer- en herfstbloeier. Bij verwelking verspreidt zij een zoete cumarine-geur. De bladeren zijn langwerpig; de onderste zijn naar de voet versmald, de hogere min of meer stengelomvattend. De grote hoofdjes hebben goudgele straalbloemen. De nootjes zijn geribd; die welke uit straalbloemen ontstaan, zijn gevleugeld, de overige afgerond. Gele ganzenbloem komt voor op lichte, kalkarme, droge, goed doorluchte, voedsel- en vooral stikstofrijke bodem. Het meest groeit zij in hakvrucht- en wintergraanakkers.