Glad walstro is een weinig of niet behaarde zomerbloeier met variërende hoogte en vorm, afhankelijk van de standplaats. De plant vormt ondergrondse uitlopers en heeft gladde stengels, die onder de bladkransen vaak verdikt zijn. De kransen hebben meestal zes tot acht bladeren met stekelhaartjes nabij de bladtop. De bloeiwijze heeft kenmerkende kroonbladen die in een draadvormige punt eindigen. Vaak ontwikkelt slechts één dopvrucht per bloem, die kaal en soms rimpelig is. Glad walstro groeit op tamelijk carbonaat- en stikstofrijke bodems, zoals zand, leem, krijt, en klei.
Glad walstro komt over zowat heel Europa voor, oostwaarts tot de Oeral en de Kaukasus. De soort is ook te vinden in Noord- Afrika (Atlasgebergte). Glad walstro is zeer algemeen in Wallonië.
In Vlaanderen is glad walstro een algemene en wijdverspreide soort. Er bestaat weinig verschil tussen de beide karteerperioden. Vooral in de Duinen en langs de Maas is glad walstro algemeen. Daarbuiten komt de soort veelvuldig eerder verspreid voor. In de Vlaamse Zandstreek en in de Kempen wordt ze veel minder gevonden.
Glad walstro is een weinig of niet behaarde zomerbloeier van - naar gelang de standplaats - sterk wisselende hoogte en habitus. Ondergronds vormt het lange uitlopers. De stengel is glad en vlak onder de bladkransen vaak opvallend verdikt. De kransen tellen gewoonlijk zes tot acht bladeren. De bladrand vertoont nabij de bladtop stekelhaartjes. De bloeiwijze is in de regel langwerpig van contour, maar kan zowel smal en gedrongen als breed, los en zeer rijkbloemig zijn. Steeds is Glad walstro kenbaar aan de kroonbladen, die in een draadvormig verlengde punt zijn toegespitst. Dikwijls komt uit een bloem slechts één dopvrucht tot ontwikkeling; deze is kaal en vaak wat rimpelig.
Glad walstro komt voor in gematigde streken van Eurazië en in het Atlasgebied. In Nederland is het vrij algemeen, maar in het noordoosten minder algemeen. Van Terschelling is het tot dusver niet bekend. Glad walstro is een plant van tamelijk carbonaat- en stikstofrijke, minerale bodem - zand, leem, krijt en klei -, maar overigens lopen de standplaatsen nogal uiteen. In de duinen ontwikkelt de plant zich vooral in de breedte, met lange, ondergrondse horizontale assen waaraan korte bovengrondse stengels met dicht opeengedrongen bladkransen ontspringen; ook de bloeiwijzen zijn klein en compact. Zulke exemplaren komen vooral voor aan de lijzijde van de zeereep en op zonnige hellingen dicht daarachter, in het zogenaamde Dauwbraamlandschap en in de buurt van zeedorpen. Glad walstro staat hier in betrekkelijk open vegetaties op droog, humusarm duinzand, vooral op licht overstoven plekken, samen met Duinzwenkgras (Festuca rubra subsp. arenaria), Dauwbraam (Rubus caesius), Duinviooltje (Viola curtisii), Muurpeper (Sedum acre), Zandzegge (Carex arenaria), Smal fakkelgras (Koeleria macrantha), Schermhavikskruid (Hieracium umbellatum) en Bleek dikkopmos (Brachythecium albicans). Gemiddeld komt de plant op sterker aan uit- of overstuiving onderhevige plekken voor dan Geel walstro, al is er in open duingrasland een aanzienlijke overlapping in standplaats tussen beide soorten. In laag duinstruweel kan Glad walstro zich forser ontwikkelen. Op de Nederlandse Waddeneilanden is het tamelijk schaars, maar op de Oost-Friese eilanden komt het evenveel voor als in de Hollandse vastelandsduinen. Middelhoge, rechtopstaande planten met smalle, gedrongen bloeiwijzen komen voor in zoomvegetaties op droge, kalkrijke, onbemeste standplaatsen, vooral op de Zuid-Limburgse krijthellingen. De gewone standplaatsvorm buiten de duinen heeft echter lange stengels, die niet op eigen benen kunnen staan en omvangrijke, losse, zeer rijkbloemige bloeiwijzen soms ware 'bruidssluiers' - dragen. Zulke planten groeien op zonnige tot licht beschaduwde, grazige plaatsen op vochthoudende, vrij voedselrijke maar niet sterk bemeste grond. Vroeger stond het vooral in hooilanden, tegenwoordig in bermen en op dijkhellingen. Op voedselarme pleistocene zandgronden ontbreekt Glad walstro vrijwel, evenals op veen; door aanvoer van wegverhardingsmateriaal en invloed van bemesting heeft het zich kunnen uitbreiden in streken waar het vroeger afwezig was. Anderzijds mijdt het ook de zwaarste kleigronden, en is het in kleistreken door zware bemesting achteruitgegaan. Alleen bij een geringe veebezetting kan Glad walstro zich in weiland handhaven. Meestal is de standplaats niet uitgesproken vochtig, maar soms staat de plant in ruige vegetaties op vrij natte plekken. bijvoorbeeld aan waterkanten. Ook in lichte loofbossen kan Glad walstro voorkomen, vooral op (zowel zandige als kleiige) rivierafzettingen. Planten waarmee het in grazige en/of licht beschaduwde vegetaties samen optreedt, zijn onder meer Glanshaver (Arrhenatherum elatius), Beemdlangbloem (Festuca pratensis), Knoopkruid (Centaurea jacea), Veldlathyrus (Lathyrus pratensis), Vogelwikke (Vicia cracca), Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium), vooral in het rivierengebied ook Groot streepzaad (Crepis biennis), Heggewikke (Vicia sepium) en Kruisbladwalstro; op relatief vochtige plekken soorten als Echte valeriaan (Valeriana officinalis) en Moerasspirea (Filipendula ulmaria).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
De verspreidingsgegevens laten niet toe aparte kaarten te maken voor de verschillende ondersoorten, zoals onderscheiden in LAMBINON et al. (2004). Regelmatig wordt van glad walstro de hybride met geel walstro gevonden. Glad walstro komt voor op een hele rist van standplaatsen op sterk uiteenlopende bodems. De soort kan zowel op zandige als op lemige en kleiige, humusarme tot vrij humusrijke bodems staan. De zuurgraad ervan varieert van neutraal tot kalkrijk. Extreem voedselarme of voedselrijke standplaatsen worden gemeden. Over het algemeen groeit de plant op niet te zware gronden, in vrij open tot open vegetaties, zoals duingraslanden, duinstruwelen, drogere graasweiden, lichte ruigten enz. Ze houdt eerder van zonnige tot licht schaduwrijke, droge tot matig vochtige standplaatsen en is ook veel te vinden in zoomvegetaties in bosranden, op dijkhellingen of oeverwallen, of in droge bermen.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.