Potadrome vissoorten migreren jaarlijks binnen een riviersysteem. Dit in tegenstelling tot diadrome soorten die tussen zout en zoet water migreren (zie de fiche \'diadroom\'). De beekforel, de barbeel, de sneep en de kopvoorn zijn potadrome vissen.

Rheofielen vissoorten zijn soorten met een duidelijke voorkeur voor stromend water.

Een stengelknol is een vlezig, opgezwollen, onder- of bovengronds stengeldeel, dat dienst doet als opslagplaats voor reservevoedsel.

Een stère is een stapelmaat voor hout. Eén stère neemt een ruimte in van 1 meter hoog, 1 meter lang en 1 meter breed. Het werkelijk houtvolume is dan kleiner dan 1 m³ omdat het om gestapeld hout gaat en dus niet het volledige volume door hout wordt ingenomen.

Een substraat is een groeimedium of voedingsbodem voor organismen. 

Voor planten is dit meestal een combinatie van grond en organische stof, maar sommige gespecialiseerde planten kunnen ook op andere plaatsen groeien. Zo kunnen ook rotsblokken of muren een geschikt substraat zijn voor sommige planten.

Voor schimmels is hets ubstraat de voedingsbodem, het weefsel of de ondergrond waarop of waarin de zwamvlok en de vuchtlichamen voorkomen en waarvan de zwamvlok leeft.

De stoof of stobbe is het deel van de boom dat na velling, of in geval van hakhoutbeheer na kappen van de uitlopers, in de grond achterblijft. De hakhoutstoof bestaat uit de wortels en een stukje stam.

Het Vis Informatie Systeem is een interactieve databank waarin zo veel mogelijk gegevens over vissen, visbestanden, vispolluenten, visindexen en herbepotingen in Vlaanderen verzameld en ter beschikking gesteld worden.

Een xylobiont is een houtbewonend en houtetend organisme. Verschillende schimmel- en insectensoorten (vooral kevers en sommige wespen) behoren tot de xylobionten zoals Vliegend hert, tonderzwam en elfenbankje.

Wortelknollen zijn opgezwollen bijwortels die dienen voor reserveopslag van voedsel.