Mesofiel

Plantensoorten zijn mesofiel wanneer ze groeien op matig vochtige plaatsen. Zo is er bijvoorbeeld mesofiel bos en mesofiel hooiland.

Macro-invertebraat

Een macro-invertebraat is een met het blote oog waarneembare invertebraat (ongewervelde).

Kolonisatie

Kolonisatie is het proces waarbij een plant of dier zich in een gebied vestigt. Het veronderstelt verspreiding, voortplanting en concurrentie met al aanwezige flora en fauna.

Interfluvium

Een interfluvium is een hoger gelegen gebied tussen twee stroomdalen.

Profiteurs in het plantenrijk

Ook in de plantenwereld zijn er profiteurs. Planten die niet zelf hun water en mineralen uit de bodem halen maar aftappen van een andere plant.  Zulke planten zijn halfparasieten of hemi-parasieten. Een halfparasiet is een plantensoort die water en voedingsstoffen uit andere planten haalt, maar zelf ook aan fotosynthese doet. Maretak en Grote ratelaar zijn voorbeelden. Doordat halfparasieten nog bladgroen hebben lijken ze sterk op gewone planten.

Maretak is duidelijk een halfparasiet deze soort heeft geen wortels in de grond. Hij hangt hoog in de boom en gaat met zijn wortels in het vaatsysteem van de boom om daar water en voedingstoffen te stelen. Bij Grote ratelaar valt het niet echt op. Hij lijkt op een gewone plant in een grasland. Maar onder de grond vormt deze soort geen wortels om water en voedingsstoffen op te nemen, neen ze dringen binnen in de wortels van andere planten vaak grassen en stelen door water en voeddingstoffen. Zo spelen deze halfparasieten een rol in de dynamiek en de soortenrijkdom van natuurlijke graslanden.

Er bestaan ook plantensoorten die geen bladgroen maken en volledig parasitair leven op andere planten of schimmels. Sommige van deze "volledige" parasieten of holo-parasieten maken zelfs geen wortels. Zoals Groot warkruid, deze soort hecht zich vast via zuignappen aan zijn gastheer meestal Grote brandnetel. De gastheer zorgt voor alles: steun, water en voedsel. Alleen wanneer Groot warkruid kiemt moet de plant even voor zichzelf zorgen tot hij een gastheer heeft gevonden. 

Ook de bremrapen zijn soorten die parasitair leven op andere planten. Zo heb je Klimopbremraap met als gastheer rara klimop en Walstrobremraap die op walstrosoorten groeit bij ons meestal Geel walstro.

Grondeleend

Een grondeleend (of zwemeend) is een eendensoort die voedsel zoekt in ondiep water. De eend is vaak te zien met de kop onder water en de staart boven water. Die manier van voedsel verzamelen wordt 'grondelen' genoemd. De wilde eend en talingsoorten zijn grondeleenden.

Gewestplan

Op een gewestplan worden de bestemmingen van de terreinen in een bepaald gebied vastgelegd. Het vormt de basis voor de ruimtelijke ordening. Het gewestplan is een gedetailleerde kaart waarop kleuren de bestemmingen van de terreinen aangeven. Tegenwoordig worden geen gewestplannen meer opgesteld, maar worden ze vervangen door Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP's).

Ecosysteemvisie

Een ecosysteemvisie is een visie op een gebied gebaseerd op een grondige kennis van abiotische en biotische factoren (zowel milieuomstandigheden als de planten en dieren die er voor komen) met als doel de mogelijkheden voor natuurbehoud in te schatten.

Vismigratieknelpunten

Vissen migreren, afhankelijk van de soort, over korte of lange afstanden op zoek naar geschikte gebieden om zich voort te planten, voedsel te zoeken en te rusten. Menselijke ingrepen aan waterlopen zoals duikers, stuwen, watermolens, sluizen en bruggen verdelen het waterlopennetwerk in aparte trajecten en vormen voor vissen vaak onverbrugbare hindernissen.

Waterbodemkwaliteit

Verontreiniging van oppervlaktewater blijft niet beperkt tot het water zelf. Een aantal stoffen hebben immers de neiging zich te binden aan het zwevend stof. Als dit zwevend stof bezinkt, gaat het samen met de eraan vastgehechte vervuilende stoffen de waterbodem of sedimentlaag vormen. De kwaliteit van de Vlaamse waterbodems wordt al geruime tijd opgevolgd met de triademethode. Die methode integreert de resultaten van chemische, biologische en ecotoxicologische analyses en laat toe waterbodems in te delen in kwaliteitsklassen, gaande van niet verontreinigd tot sterk verontreinigd. Het waterbodemmeetnet bestaat uit een 600-tal meetplaatsen die om de vier jaar bemonsterd worden.