Parasiet

Een parasiet is een organisme dat samenleeft met een ander organisme (de gastheer) waarvan het voor zijn levensonderhoud afhankelijk is. Endoparasieten leven in hun gastheer, ectoparasieten erop. De gastheer ondervindt hinder van de samenwerking maar wordt niet gedood. Is dat wel het geval, dan spreekt men niet meer van een parasiet maar van een parasitoïde. Bekende parasieten zijn lintwormen en vlooien maar ook zwammen als de harslakzwam en Honingzwam zijn parasieten.

Parasitoïde

Een parasitoïde is een organisme dat op of in een ander organisme leeft en dat zijn gastheer uiteindelijk doodt.

Ontogenie

Ontogenie is het ontwikkelingsproces van bevruchte eicel tot volwassen individu.

Schraalgrasland

Schraalgraslanden zijn voedselarme, weinig productieve graslanden. We vinden er in tegenstelling tot in voedselrijke, bemeste graslanden heel wat soorten grassen en andere planten. Voorbeelden zijn heischraalgrasland en blauwgrasland.

Sapropelium

Sapropelium is een fijn in open water afgezet sediment dat bestaat uit organische en minerale bestanddelen.

Refugium

Een refugium is een plaats waar een dier- of plantensoort nog overlevingskansen heeft als een ander gebied onleefbaar is geworden. Zo komen veel planten die tijdens de ijstijd in Zuid-Europa vookwamen nu enkel nog voor op hogere altitudes, waar het kouder is. In dit geval zijn dan bijvoorbeeld de Alpen of de Pyreneeën het refugium van deze plantensoorten.

Zelfreinigend vermogen

Zelfreinigend vermogen is de capaciteit van bijvoorbeeld water of de bodem om verontreinigende stoffen onschadelijk te maken.

Vlaggenschipsoort

Een vlaggenschipsoort is een populaire soort, vaak met een hoge aaibaarheidsfactor, die symbool staat voor natuurbehoud. De reuzenpanda als symbool voor het WWF is een bekend voorbeeld.

Vertebraat

Een vertebraat is een gewerveld dier. Dit zijn vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.

Inwendig en uitwendig beheer

Inwendig beheer is het beheer dat op het terrein zelf wordt gevoerd, zoals maaien, plaggen, begrazen... Daarnaast is er nog het uitwendig beheer. Dit is het beschermen van natuurgebieden tegen nadelige invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld voorkomen dat vervuild water of erg voedselrijk water uit intensieve landbouwgebieden het natuurgebied instroomt.