Hertshoornweegbree is een lage, behaarde plant die één- of meerjarig is en vaak twee keer per jaar bloeit. De bladeren zijn lijnvormig met zijslippen, en de aren knikken voor de bloei. De plant kan zowel kruis- als zelfbestuiving ondergaan en bevat in de vrucht tot vijf zaden. Ze verdraagt zout en groeit goed op bodems die zowel nat als droog kunnen zijn, maar heeft weinig concurrentievermogen.
Het areaal van hertshoornweegbree ligt in Noord-Afrika, Zuid- west-Azië, het Middellandse-Zeegebied en de kusten van West-Europa noordwaarts tot Zuid-Scandinavië. De soort is bovendien op talloze plaatsen in de wereld ingeburgerd. In West-Europa breidt ze uit naar het binnenland door het gebruik van strooizout langs de wegen.
Hertshoornweegbree is momenteel in Vlaanderen globaal vrij zeldzaam. Aan de kust is de soort veel algemener. Het kaartbeeld is, met name in het binnenland, ongetwijfeld zeer onvolledig.
Hertshoornweegbree is een lage tot zeer lage, weinig tot vrij sterk behaarde, een- tot meerjarige of kortlevend-overblijvende plant, die vaak tweemaal bloeit: in de voorzomer en opnieuw in de nazomer. De bladeren staan recht opzij tot schuin omhoog. Ze zijn lijnvormig met één duidelijke nerf en vaak met lancetvormige, naar de voet versmalde 'aanhangsels' (zijslippen), die zelf weer minieme aanhangseltjes van de tweede orde kunnen dragen. Flink uitgegroeide bladeren vertonen een veervormige nervatuur: een uitzondering onder de Weegbreeën. De aarstelen staan veelal wijd boogvormig uit. De aren knikken voor de bloei; ze worden zelden langer dan een halve decimeter. De schutblaadjes zijn aan de top priemvormig samengetrokken (een verschil met de vier andere inheemse soorten). Van de vier kelkslippen zijn de bovenste twee gekield, met op de kiel een vliezig, gewimperd vleugelrandje. De kroon heeft een behaarde buis en bleek strokleurige, doorzichtige slippen. De helmknoppen zijn dof lichtgeel. Er vindt zowel kruis- als zelfbestuiving plaats. Evenals bij Smalle weegbree komen naast tweeslachtige exemplaren veelvuldig mannelijk-steriele planten voor. De vrucht bevat ten hoogste vijf zaden. Eén klein zaad bevindt zich in de top van de vrucht en valt met het dekseltje af; samen worden ze gemakkelijk door wind of water verspreid. De overige, grotere zaden komen veelal vlak bij de moederplant terecht.
Hertshoornweegbree komt voor in West-Europa, rondom de Middellandse Zee en in Zuidwest-Azië; voorts is zij ingevoerd in Amerika en Australië, zodat zij nu (een begin van) een kosmopolitische verspreiding heeft. In Nederland is zij vrij algemeen in de duinstreek, in het Deltagebied en langs de Waddenkusten. In het IJsselmeergebied heeft zij zich slechts hier en daar gehandhaafd. Binnenlandse vindplaatsconcentraties in Noord-Brabant en langs de Overijsselse Vecht behoren grotendeels tot het verleden. Anderzijds heeft de plant zich in het binnenland hier en daar langs 's winters gepekelde autowegen gevestigd, zij het op veel geringere schaal dan Stomp kweldergras (Puccinellia distans) en Deens lepelblad (Cochlearia danica).
Hertshoornweegbree is evenals Grote weegbree een plant met een heel gering concurrentievermogen. Zij kan zich handhaven op plekken waar zij in het voordeel is door haar tolerantie voor bepaalde extreme en/of wisselvallige omstandigheden. Zij verdraagt vrij veel zout en gedijt goed op bodems die afwisselend met water verzadigd zijn en uitdrogen. Kieming vindt zowel in het voorjaar als in het najaar plaats. De zaden van het lichte type hebben meer vocht nodig om te kunnen kiemen dan die van het zwaardere type. Van het lichte zaad verslijmt de wand nauwelijks; van de zware zaden daarentegen sterk, wat kieming kan verhinderen. Ook door zout wordt de kieming sterk geremd. De wortels van Hertshoornweegbree dringen goed door in compacte (verdichte) grond. Als kiemplant is zij zeer gevoelig voor betreding; oudere planten verdragen deze veel beter. In verband hiermee komt de plant niet op continu betreden, wel op af en toe of slechts in bepaalde seizoenen belopen plekken voor. Na het kiemplantstadium neemt ook de zouttolerantie van de plant sterk toe; zij accumuleert het zout, dat wil zeggen: zij neemt het in verhoogde mate op en slaat het in haar bladeren op. De opmerkelijke verschillen in formaat en bladvorm die tussen planten van deze soort kunnen optreden, worden door het milieu en niet door erfelijke factoren bepaald. Dwergplantjes met lijnvormige, alleen aan de voet gewimperde bladeren ontwikkelen zich na bemesting tot forse individuen met veervormig gedeelde, sterk behaarde bladeren.
Op de schor staat Hertshoornweegbree vooral op de grens met de duinvoet of met lage zandheuveltjes. Vaak profiteert zij van dierlijke activiteiten, die tot tijdelijk verhoogde voedselrijkdom en/of openheid van de standplaats leiden. Zo staat zij op mestplekken waar de grasmat door zon en zout is 'doodgebrand', op konijnekrabplaatsen, veepaadjes en mierenbulten. Verhoging van de toevoer van voedingsstoffen doet de zaadproductie van de plant opmerkelijk sterk toenemen. Op minder verstoorde plekken blijft zij klein, maar haar voorkomen is hier wel bestendiger (minder van het toeval afhankelijk). Buitendijks komt zij verder veel voor in voegen van de beschoeiing van zeedijken. Planten waarmee zij dikwijls samen optreedt, zijn onder meer Dunstaart (Parapholis strigosa), Zeevetmuur (Sagina maritima), Strandduizendguldenkruid (Centaurium littorale), Kleine leeuwentand (Leontodon saxatilis), Deens lepelblad en Engels gras (Armeria maritima). Buiten de directe invloed van het zoute water staat zij langs duinpaden - speciaal op vroongronden - en ook wel tussen plaveisel. In afwisselend natte en sterk uitdrogende duinvalleien kan zij talrijk voorkomen; soms lijkt zij dan wat op haar familielid Oeverkruid. In brakke binnendijkse zilte terreinen staat zij vooral op steile kreek- en slootkanten. In de pleistocene streken kwam Hertshoornweegbree hier en daar op 's winters natte, 's zomers droge, kale, voedselarme zandgrond voor, samen met Grondster (Illecebrum verticillatum), maar op dergelijke plaatsen lijkt zij nu verdwenen.
Oude bladeren van Hertshoornweegbree worden vaak aangetast door een meeldauwschimmel, Sphaerotheca plantaginis, die overigens ook wel op andere Weegbreesoorten voorkomt.
Een aangespoelde Weegbree
Een in uiterlijk nogal afwijkende vreemdeling onder de in Nederland vertoevende Weegbreeën is Zandweegbree (Plantago arenaria). Dit is een lage, kort behaarde, eenjarige zomer- en herfstbloeier met een bebladerde stengel. De kruisgewijs tegenoverstaande, lijnvormige bladeren dragen in hun oksels lang gesteelde, eivormige aren. De onderste schutblaadjes zijn in een priemvormige top versmald en vormen samen een omwindsels aan de voet van de aar. Zandweegbree is een Zuidwestaziatische en Zuideuropese soort, die in grote delen van Midden-Europa als adventiefplant en plaatselijk als neofiet optreedt. Of zij dit laatste etiket in Nederland verdient, is omstreden. Vermoedelijk is zij althans aan de Maas in Limburg wel ingeburgerd. Zij is door het rivierwater aangevoerd uit de omstreken van Verviers in Oost-België, waar zij met wol terecht was gekomen. Zij komt voor in terreinen die een deel van het jaar door de Maas worden overspoeld, vooral op open, grofzandige plekken aan de rivieroever en op zandafzettingen aan de dijkvoet bij de ingang van grindgaten. Ook duikt zij wel op zandige grondbanken aan de rivierkant op, maar deze liggen veelal niet lang genoeg droog om de plant de kans te geven haar levenscyclus tijdig af te ronden. Buiten het Maasdal houdt de plant op enkele stationsterreinen al gedurende een reeks van jaren stand.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Hertshoornweegbree is een soort van pioniersvegetaties op brakke, vochtige bodem. Aan de kust staat ze optimaal op hoge schorren op de contactzone tussen zout en zoet. Die plaatsen staan periodiek onder de invloed van het zoute zeewater, maar kunnen ook tijdelijk sterk uitdrogen, waardoor een optimaal open milieu ontstaat voor de weinig concurrentiekrachtige hertshoornweegbree. In het binnenland staat hertshoornweegbree in wegbermen op plaatsen waar door het gebruik van strooizout potentiële concurrenten onderdrukt worden.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.