Het project dat hier uitgelicht wordt ligt in een gebied dat al lang bekend staat als een “aards paradijs” en geniet al lang enige vorm van bescherming. Internationaal werd de Kalmthoutse Heide in 1984 opgenomen in het kader van de Ramsar-conventie, een internationale overeenkomst om belangrijke watergebieden te beschermen voor watervogels; ondermeer de Regenwulp.
Op Europees vlak werd het gebied in 1988 opgenomen Speciale BeschermingsZone van de Vogelrichtlijn (SBZ-V) en later in 1996 werd het gebied toegevoegd aan de lijst van Habitatrichtlijnengebieden (SBZ-H). Zo werd de waarde van het gebied internationaal erkend en opgenomen in het grootste natuurnetwerk ter wereld: het Natura2000-netwerk.
Met het Europese LIFE project HELVEX slaan het BENEGO/Grenspark De Zoom en partners aan beide landsgrenzen (Natuurpunt, BE, Agentschap voor Natuur & Bos (ANB, BE) en Natuurmonumenten, NL) de handen in elkaar om de natuurwaarden te vergroten en de Natura2000-doelstellingen te halen.
De Kalmthoutse heide is met zijn 6 000 ha een van de grotere natuurgebieden van Vlaanderen. Sommige stukken hebben wat weg van een Afrikaanse savanne. Het landschap staat al lang onder invloed van de mens en is een halfnatuurlijk landschap. Boeren lieten schapen grazen op het zanderige landschap dat te arm was voor landbouw. Hierdoor bleef de vegetatie kort en vrij van bomen. Op deze manier ontstond heide. Door de extensieve manier van landgebruik wisten de dieren en planten zich aan te passen en kregen we een plek met een hoge biodiversiteit. Zo kunnen we tussen de kleine ruigtes wel een Gladde slang vinden, horen we de Boomleeuwerik vrolijk jodelen in de lente en kunnen we in de zomer genieten van het paarse tapijt van Struikhei.
Maar de heide staat onder druk. Stikstofdepositie van landbouw, transport en industrie verrijkt de omgeving, waardoor enkele planten het heidelandschap domineren, en het paarse tapijt verdwijnt. Omliggend landgebruik verstoort de waterhuishouding en de nutrientenbalans zodat poelen verstikken en verzuren.
Gelukkig kunnen we ingrijpen en door gerichte maatregelen te nemen kunnen we het systeem de kans geven om zichzelf te herstellen en de planten en dieren terug kwalitatief habitat geven.
Binnen het project zal er vooral ingezet worden op grootschalig herstel van landduinen in De Nolse Duinen. Maar ook herstel van vennen (Stappersven, Groote en Kleine Meer), droge en natte heide rondom Mont Noir staan centraal. Het maken van een natte verbinding tussen de Steertse Heide in Vlaanderen en de Groote Meer in Nederland zal ervoor moeten zorgen dat soorten zich weer over de grens heen kunnen verplaatsen.
LIFE+ Program
Provincie Noord-Brabant
Agentschap voor Natuur en Bos
Ignace Ledegen (BENEGO/Grenspark De Zoom)
Natuurpunt Beheer vzw
Agentschap voor Natuur en Bos
Vereniging tot behoud van natuurmonumenten in Nederland
Provincie Noord-Brabant
Aannemers
Vrijwilligers
Ignace Ledegen
Frederik Naedts
Het projectgebied omvat een totale oppervlakte van 3.950 ha en maakt deel uit van het Grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide dat in totaal 6.000 ha groot is.
Concrete doelstellingen voor dit project:
° Grootschalig herstel van 56 ha Open graslanden op landduinen (2330) in een mozaïek met Droge heide op jonge zandafzettingen (2310).
° Herstel van 30 ha Voedselarme zwak gebufferde vennen die niet vaak droogvallen (3110) en Voedselarme tot matig voedselarme wateren met droogvallende oevers (3130)
° Herstel van 33 ha in mozaïk van Vochtige tot natte heide (4010) - Slenken en plagplekken op vochtige bodems in de heide (7150)
° Herstel van 57 ha in mozaïek van Droge heide (4030) en Droge heide op jonge zandafzettingen (2310), afgewisseld met Vochtige tot natte heide (4010)
° Verwijderen van de exoten Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en rPontische rododendron op een oppervlakte van 60 ha om te komen tot kwaliteitsvolle Oude Eiken-Berkenbossen op zeer voedselarm zand (9190) aan Vlaamse zijde en om te vermijden dat de herstelde habitats overgroeid geraken met exoten.
° Verder zal het herstel van bovenvernoemde habitats leiden tot toename van Vogelrichtlijnsoorten als nachtzwaluw (Caprimulgus europeaus), boomleeuwerik Lullula arborea) , geoorde fuut (Podiceps nigricollis) , dodaars (Tachybaptus ruficollis) , zwarte specht (Dryocopus martius) en wespendief (Pernis apivorus). Het zal ook soorten als gladde slang 5coronella austriaca) en rugstreeppad (Bufo calamita) ten goede komen, naast tal van andere nationaal bedreigde soorten (dagvlinders, libellen, loopkevers, nachtvlinders,...).
° De socio-economische potenties van het gebied verhogen door:
- het aanleveren van informatie aan bezoekers, omwonenden, bestuurders,... via website en sociale media, via flyers over het project en Natura 2000, via pers,...
- het plaatsen van een uitkijktoren en kijkplatform, het plaatsen van bebording in het projectgebied met uitleg over het project
- betrekken van de vrijwilligers in het natuurbeheer
Een project van deze grootte heeft enorm veel actiepunten: beginnend bij het voorbereidend onderzoek, het aankopen van percelen, het werkelijke beheer tot het betrekken van de omwonenden. Die habitattypes die aangepakt zijn bevonden zich allen in een slechte conservatie status. Grof genomen worden de eutrofiering en de verbossing aangepakt op de heide en worden de exoten verwijderd uit de natuurlijke bossen. Hieronder worden de beheersmaatregelen uitgelegd voor de belangrijkste habitat types.
Droge heide op jonge zandafzettingen (2310) - Open graslanden op landduinen (2330) (herstel 56 ha in HELVEX)
Herstel van 1 ha bij particuliere eigenaar door het Grenspark en herstel van 55 ha door Natuurpunt in de Nolse duinen. Uit het Ontwerp IHD-rapport van ANB, blijkt dat de grootste potenties aan Vlaamse zijde liggen in de Nolse Duinen en de Mont Noir. In het goedgekeurde beheerplan 'Stappersven-Nolse Duinen' heeft Natuurpunt het herstel van de duinen (2330) dan ook als prioritaire maatregel opgenomen. Een open zone van 55 ha zal gecreëerd worden in de Nolse duinen.
Door het kappen van 26 ha bomen, met behoud van enkele oude vliegdennen, zal een groot open gebied ontstaan tussen het laaggelegen gebied De Nol en de Kalmthoutse Heide. Het kappen zal de schaduwval op de bodem en permanente aanrijking van naalden doen verdwijnen. Daarbovenop zal de lagere verdamping van het systeem ervoor zorgen dat voormalig vochtigere plekken terug aan vochtigheid kunnen winnen. Het kappen van de bomen is, gezien het geaccidenteerd karakter van dit duinlandschap, een opdracht die met de grootste zorg moet uitgevoerd worden om nadien het herstel niet in de weg te staan. Zo worden oa bomen geveld in de uitrijrichting en vervolgens afgevoerd.
Van de gekapte oppervlakte zal 6 ha afgeplagd worden tot op het minerale (blonde) zand. Het plaggen wordt uitgevoerd om de eutrofiering en verzuring tegentegaan ten gevolge van N depositie. Zonder beheer zal het habitat snel dicht groeien door oa exoten zoals Grijs kronkelsteeltje dat een monotone moslaag vormt over de duinen. Door niet alles te plaggen, kunnen relictpopulaties, die nu nog aanwezig zijn, zich na de herstelwerken ook sneller weer verspreiden over het herstelde habitat
Droge Europese heide (4030) - Vochtige tot natte heide (4010)
Aan Vlaamse zijde zal door beide partners (ANB en NP) in totaal 57 ha (vooral) droge (en natte) heide (2310 en 4030) hersteld worden. Vaak is het zo dat beide habitats als een mozaïek in het landschap naast en door elkaar voorkomen. Bij ANB zal dit een maatregel zijn om de vergrassing tegen te gaan na de zware brand van mei 2011 en zal deze maatregel uitgevoerd worden door 15 ha te plaggen. Tevens zal ANB een ecologische verbindingszone van 9 ha tussen Groote Meer en Steertse Heide creëren waarbij 6 ha droge heide zal hersteld worden.
Bij Natuurpunt zal deze maatregel genomen als antwoord op het achterstallig beheer op een totale oppervlakte van 36 ha rond het Stappersven. Gezien het belang van de volgorde waarin de maatregelen worden uitgevoerd, wordt deze actie in twee
deelacties opgesplitst.
1. Kappen van 9 ha Grove den. De werkwijze gebeurt opnieuw voorzichtig zonder teveel schade aan het landschap.
2. Aanvullend plaggen van 2 ha, op onbeboste terreinen kan meteen geplagt worden. Hier worden eveneens maatregelen genomen om zo weinig mogelijk schade aan het landschap te berrokkenen.
Het plagsel dat vrijkomt na de graafmachine wordt fijn gemalen met een bosfrees indien nodig (aanwezigheid takken en wortels)
Het fijn gemalen plagsel wordt afgevoerd door tractor met lagedrukbanden.
Moerasplaten worden gebruikt op natte en vochtige terreinen.
Slenken en plagplekken op vochtige bodems in de heide (7150)
Het grote ven, Stappersven, ligt ten zuidoosten van de Nolse Duinen. Met een totale oppervlakte van ca 40 ha is het één van de grootste vennen in België. Het Stappersven behoort potentieel tot het habitattype Dystrofe natuurlijke poelen en meren (3160). Echter, na een poging tot ingebruikname in functie van landbouw en de vestiging van een grote meeuwenkolonie, blijkt de eutrofiegraad vrij hoog en de pH sterk afhankelijk van externe factoren. Staalnames wezen op een (extreem) verschil tussen 3,89 (zuur ven) in 2003 en 6,62 (gebufferd ven) in 2010. Dit wijst mogelijks op een veranderde hydrochemische samenstelling t.g.v. veranderingen in de chemische samenstelling van het toestromend water, afkomstig van Keetheuvel en Drielingenven. Langsheen enkele toevoergrachten alsook de oeverzones van het Stappersven is pitrus (Juncus effusus) zeer talrijk aanwezig. Dit wijst op een (historische) aanrijking met fosfaten en/of een verstoorde waterhuishouding.
Venherstel is ingewikkeld en delicaat. Natuurpunt heeft via een ecohydrologische studie en een nutrientenonderzoek de huidige toestand laten onderzoeken. Het behoud van typische habitatrichtlijn soorten zoals Gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) krijgt extra aandacht. Deze onderzoeken bracht specialisten en onderzoekers samen over de aanpak en het nut van het venherstel. Een gespecialiseerde firma dient ingeschakeld te worden om het beheer uit te voeren; de waterdoorlatende laag is uiterst kwetsbaar, beschadiging kan detrimentaal zijn voor de doelvegetatie.
Door 4 ha oeverzoene van het stappersven te plaggen kan 30 ha oeverzone hersteld worden vanuit omgevende habitats.
Interessante extra's:
De verbindingsweg is vroeger dwars door de heide aangelegd met bouwafval. Dit bouwafval speelt nu een zeer lokale bufferende rol tegen de verzuring. Veel nectarproducerende planten zoals spork, kruipwilg, braam en grauwe wilg, vinden hier een laatste refuge en trekken allerhande nectarminnende soorten aan zoals het Groentje (Callophrys rubi).
Om de verzuring tegen te gaan op de rest van de heide is een weg aanleggen geen optie. Er zijn echter alternatieven die uitgetest kunnen worden. Zo worden er op andere heide gebieden gecontroleerde branden uitgevoerd die mineralen terug vrijmaken en de bufferende capaciteit van de bodem doen toenemen. Een pilootproject dat nu op de kalmthoutse heide wordt toegepast is echter minder dramatisch: het uitstrooien van steenmeel. Dit steenmeel brengt allerhande mineralen in het systeem die de bufferende capaciteit opdrijven van de bodem. De gevolgen van zo een influx van mineralen zijn nog niet gekend en er moet dus voorzichtig geëxperimenteerd worden. Deze maatregel is echter een pleister op een wonde en is dus geen ultieme oplossing voor de verzurings problemen.
Het herstel van stuivend zand in landduin vegetaties (2310 & 2330) was een primeur in Vlaanderen. De theorie was er, de praktijk nu ook dankzij dit projectvoorbeeld.
Bomen kappen ligt gevoelig en zal altijd reacties genereren. Tijdig communiceren en waarschuwen helpt bij sensibilisering.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.