De eenheid mr slaat in de eerste plaats op homogene rietlanden in of nabij waterlichamen. We treffen ze aan in relatief ondiepe delen van vijvers, plassen en grachten. Daarnaast omvat mr ook soortenrijkere moerasvegetaties met dominantie van indicatieve soorten uit de rietklasse. Deze vegetaties zijn overwegend aan te treffen op (zeer) natte standplaatsen in beekvalleien.