Valse acacia is een pionierboom met een oppervlakkig wortelgestel met veel wortelopslag. Aanvankelijk groeit de boom sterk met lange takken, de volwassen kroon is zeer fijn en grillig vertakt. Bladeren staan verspreid en zijn veernervig samengesteld met afgeronde deelblaadjes. De bladvoet is opgezwollen en aan weerszijden langs de bladvoet draagt de stengel doorns. Ook jonge stammen en takken vertonen doornen. De bloei wordt gevormd in hangende trossen, de bloemen zijn wit en sterk geurend. Na de bloei worden zwarte peulen gevormd die lang aan de boom blijven hangen.
Valse acacia is een invasieve soort die de ontwikkeling van waardevolle vegetaties (bossen, struwelen en open terrein) sterk kan hypothekeren. Ze doet dit door concurrentie en door bodemaanrijking (stikstoffixatie). Valse acacia is in bosverband met slimme ingrepen en wat geduld makkelijk uit te faseren. Buiten bossen is de bestrijding arbeidsintensief.
In bossen, of op locaties waar zich bos mag ontwikkelen, hoeft niet op valse acacia zelf te worden ingegrepen. In zo'n gevallen volstaat het om de opstand relatief gesloten te houden, andere boomsoorten te bevoordelen bij het dunnen, en/of om kloempen met andere soorten aan te planten. Valse acacia verliest dan systematisch terrein.
Indien er redenen zijn om valse acacia sneller te verwijderen, kunnen volwassen bomen worden geringd (met een trekmes en staalborstel). Dit gebeurt best voor 95% van de omtrek van de stam. Door een klein strookje bast te behouden, geraakt de neergaande sapstroom niet danig ontregeld, dat aan de stamvoet nieuwe scheutvorming wordt geactiveerd. Doordat de wortels verstoken blijven van voedingsstoffen, takelt de boom wel af. Het optimale tijdstip voor het ringen is de bloeiperiode. Controleer tot twee jaar na het ringen of scheutvorming op de stamvoet effectief uitblijft. Zoniet, verwijder de scheuten dan manueel. Na deze twee jaren kunnen de bomen volledig worden geringd, en zal de boom binnen een termijn van enkele jaren afgestorven zijn. Voor een goed resultaat moet secuur worden gewerkt (tijdstip van ringen, goede opvolging...).
Een andere aanpak is om bomen te rooien of opslag tot op de grond af te zetten. De hergroei moet dan (ten minste) driemaal per jaar worden afgezet tijdens het groeiseizoen. Aandachtspunten zijn om zeer systematisch te werk te gaan (alle wortelopslag moet effectief afgezet worden), en om dit vol te houden tot de laatste scheuten verdwenen zijn tot de stronk en het wortelgestel effectief afgestorven zijn. Een zomer overslaan, of het beheer stopzetten alvorens de stronk is afgestorven, zal ertoe leiden dat de wortelopslag opnieuw aan vitaliteit wint. Afzetten tijdens de winterperiode heeft geen effect. Afzetten is een veel arbeidsintensievere methode dan ringen.
Jonge bomen kunnen ook worden uitgetrokken of afgegraven. Dit is uiteraard duur en sterk bodemverstorend.
Het behandelen van stobben met een herbicide kan effectief zijn voor het doden van valse acacia. De behandeling moet echter vaak worden herhaald, met een oplopende milieu-impact tot gevolg. Het gebruik van herbiciden kan daarom slechts de laatste optie zijn. Het gebruik van herbiciden is dan ook aan een strikte regelgeving(opent nieuw venster) gebonden.
mogelijk aantasting door Verticilium-verwelkingsziekte op natte en rijke bodems
Er zijn zeer veel cultivars in omloop, onder andere:
vormt veel wortelopslag
Valse acacia is een pionierboom met een groot hartwortelstelsel met veel oppervlakkige en ver kruipende wortels en met veel wortelopslag. Aanvankelijk groeit de boom sterk met lange takken, de volwassen kroon is zeer fijn en grillig vertakt. De stam is slank en vaak krom. Bladeren staan verspreid en zijn veernervig samengesteld met afgeronde deelblaadjes. De bladvoet is opgezwollen en aan weerszijden langs de bladvoet draagt de stengel doorns. Ook op jonge stammen en takken staan doornen. De bloei wordt gevormd in hangende trossen, de bloemen zijn wit en sterk geurend. Na de bloei worden zwarte peulen gevormd die lang aan de boom blijven hangen. De soort is zeer herkenbaar, gevaar voor verwarring met inheemse soorten is beperkt.
20 - 25 m
vormt naast oppervlakkige ook dieper gaande wortels
onregelmatige kroon
-vweinig eisend, maar voorkeur voor lichtere bodems - op rijkere bodems vaak last van takbreuk door snelle groei
voorkeur voor goed gedraineerde grond
geen literatuurgegevens beschikbaar voor deze parameter, dit is een benadering
verdraagt verharding , wel last van wortelopdruk
weinig gevoelig volgens , gevoelig voor
vooral jonge bomen zijn gevoelig voor omwaaien door de sterke kroonontwikkeling en de nog geringe verankering
vooral op rijkere bodems gevoelig voor takbreuk
netvormig gegroefde, ruwe schors
bloemen in hangende trossen
bloemen geuren sterk
Robinia pseudoacacia staat op Bijlage 2 in de Gedragscode voor gebruik van invasieve planten in België (zie hieronder). Dit betekent dat Robinia pseudoacacia nog mag verkocht en aangeplant worden, maar met de nodige voorzichtigheid in de buurt van biotopen waar hij invasief kan worden: droge en rotsachtige milieus, droge en kalkrijke graslanden, zinkweides. Op basis van de lijst invasieve planten in België werd in overleg met de groensector een Gedragscode ontwikkeld. In deze Gedragscode zijn de invasieve planten ingedeeld in een consensuslijst (Bijlage I) en Bijlage II. De consensuslijst omvat alle invasieve soorten (inclusief cultivars en variëteiten) waarover met de groensector tijdens de rondetafelgesprekken een unaniem akkoord werd bereikt om de verkoop/aanplant stop te zetten. De meeste soorten van de consensuslijst zijn wijdverspreid en hebben een sterk negatief effect op de biodiversiteit zoals Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, Amerikaanse vogelkers, grote waternavel,... Op deze lijst staan 28 soorten, die ongeveer 50% van alle invasieve plantensoorten in België vertegenwoordigen. De overige invasieve planten zijn opgenomen in Bijlage II, hierin zijn de soorten opgenomen waarvan hun impact in België gering is of de soorten die enkel in zeer specifieke natuurlijke milieus invasief worden. Deze soorten kunnen, mits in acht name van enkele voorzorgsmaatregelen/aanbevelingen betreffende aanplant/onderhoud (rhizoombegrenzer, verwijderen bloemen voor zaadzetting), toegepast worden. Bij aanplant wordt aanbevolen om deze planten niet in de buurt van gevoelige biotopen, waar ze invasief kunnen worden, te plaatsen. Voor meer informatie zie www.alterias.be(opent nieuw venster)
- zeer goede boom voor insecten door de uitbundige, rijke bloei - leeft samen met stikstoffixerende wortelknolletjesbacteriën
Valse acacia werd reeds gedurende de 17e eeuw in Europa ingevoerd ondertussen kent de boom in Vlaanderen een zeer ruime verspreiding. De boom produceert waardevol hout (zeer duurzaam), dat vooral voor kleine constructiewerken wordt gebruikt (weipalen, brugjes…). De volwassen exemplaren hebben een hoge sierwaarde. Daarnaast is valse acacia een goede honingplant en door zijn ruwe schors en de vele holten en spleten die de boom al op vrij jonge leeftijd vertoont vaak gefrequenteerd door vleermuizen. Ook Vliegend hert wordt op deze soort gevonden omdat oude bomen vaak veel ondergronds dood hout vertonen dat bovendien slechts langzaam verteert. Zuidgeëxposeerde hellingen (geschikt voor Vliegend hert) zijn ook vaak met valse acacia beplant. De soort produceert in ons klimaat zeer veel zaad, maar slechts een beperkte hoeveelheid is kiemkrachtig. Dit zou in de toekomst wel kunnen wijzigen in het kader van de klimaatverandering. De vorming van worteluitlopers vormt de belangrijkste verbreidingswijze van Robinia. Hierdoor kunnen plaatselijk dichte bestanden ontstaan die inheemse soorten kunnen wegconcurreren. Na het kappen of verstoren van de boom reageert de plant vaak met het vormen van deze uitlopers hetgeen bestrijding zeer moeilijk maakt. Het belangrijkste probleem met valse acacia is dat deze boom stikstof fixeert en daardoor de lokale bodemcondities dermate kan wijzigen dat waardevolle vegetaties worden weggeconcurreerd door ruderale soorten. Dit probleem stelt zich vooral wanneer grotere populaties of bestanden van valse acacia aanwezig zijn. Valse acacia is een pioniersoort die (ook voor de zaadkieming) zeer veel licht nodig heeft. In onze bossen wordt de soort gemakkelijk weggeconcurreerd door inheemse soorten. De soort komt daarom hoofdzakelijk voor op verstoorde plaatsen. Op de meeste plaatsen wordt valse acacia momenteel getolereerd mede omwille van zijn voordelen. In bepaalde gevallen is bestrijding echter gewenst:
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.