Infiltratie is de indringing van neerslagwater in de bodem. De zone waarbij neerslag in de bodem dringt is het infiltratiegebied. Dit in tegenstelling tot kwelgebied, waar water terug naar boven komt.

In deze video legt het Vlaams departement landbouw en visserij uit wat een ecologisch aandachtsgebied inhoud voor landbouwers.

Een meander is een lus in de loop van een natuurlijke waterloop. In Noord-West Europa zijn de meeste rivieren rechtgetrokken en zijn mooie meanders zeldzaam.

Een stuwwal is een heuvel die ontstaan is doordat tijdens een van de ijstijden een gletsjer de grond heeft opgeduwd. De zuidelijkste voorbeelden zijn bijvoorbeeld de Utrechtse en Sallandse heuvelrug en de Hoge Veluwe in Nederland.

Komgronden zijn diepere zones in riviervalleien. Als de rivier buiten haar over treedt, bezinkt een dun laagje fijn slib (klei) in deze kommen. Dichter bij de oeverwallen bezinkt het grovere bodemmateriaal. Komgronden en oeverwallen komen daarom samen voor.

Draagkracht wordt beschouwd als de maximale grootte van populaties die een bepaald ecosysteem op duurzame wijze kan dragen. Er bestaat dus een grens aan het aantal individuen van een bepaalde soort dat een gegeven ruimte kan dragen. Wanneer de draagkracht nog niet is bereikt, kan populaties nog groeien.

Een indicatorsoort of bio-indicator is een soort die ons informatie geeft over een bepaalde eigenschap van een gebied omdat het karakteristiek is voor specifieke milieuomstandigheden of specifieke natuurtypen. Daarom kunnen uit de aan- of afwezigheid van dergelijke soorten conclusies worden getrokken over de toestand van milieu en natuur. Een biodiversiteitsindicator is een indicatorsoort die weergeeft hoe biodivers een bepaald gebied is. Dikwijls wordt gerefereerd naar een soort met een complexe levenscyclus als het over een biodiversiteitsindicator gaat. Het idee is dat een gebied met deze indicator biodiverser is dan een gelijkaardig gebied zonder deze soort. Zelden wordt echt onderzocht of deze aanduiding dan ook terecht is.