Schorrenzoutgras heeft een plomper uiterlijk dan Moeraszoutgras door de dichte, zware tros. De stengel- en bladvoeten staan vaak scheef. Schorrenzoutgras onderscheidt zich van smalbladige Zeeweegbree (Plantago maritima) door halfronde bladeren met een driehoekig tongetje. Alle zes vruchtbeginsels van een bloem kunnen rijpe vruchtjes vormen, die tweemaal zo lang als breed zijn en bij rijpheid afvallen. Schorrenzoutgras groeit meestal in zoutvegetaties op vochtige tot natte plaatsen.
Het is een soort met een zeer ruime circumpolaire verspreiding. In Europa (vooral West-, Midden- en Noord-Europa) is ze beperkt tot de kustgebieden, maar in Azië en Noord-Amerika groeit ze hoofdzakelijk in het binnenland. In België is schorrenzoutgras uitsluitend in Vlaanderen aanwezig.
In Vlaanderen is schorrenzoutgras zeer zeldzaam. Schorrenzoutgras komt enkel voor in de Duinregio en de Polders, waarvan de grootste dichtheid aan waarnemingen zich in de Antwerpse polders situeert. Er zijn na de eerste karteringsronde relatief veel nieuwe groeiplaatsen bijgekomen. Vermoedelijk betreft het betreft bijna steeds oude groeiplaatsen die voordien over het hoofd werden gezien. Nieuwe groeiplaatsen tengevolge van natuurtechnische milieubouw zijn er bij Uitkerke en te Heist. Een aantal van de verst in het binnenland gelegen groeiplaatsen daarentegen is inmiddels verdwenen.
Schorrenzoutgras heeft een plomper uiterlijk dan Moeraszoutgras, vooral door de vrij dichte en zware tros. De voet van de stengels en bladbundels vertoont vaak een scheve stand. Oudere planten vormen vaak 'heksenkringen', doordat ze naar buiten toe uitdijen en in het midden afsterven. Van smalbladige, niet bloeiende exemplaren van de op soortgelijke plaatsen groeiende Zeeweegbree (Plantago maritima) is Schorrenzoutgras te onderscheiden doordat het blad op doorsnede halfrond is, niet min of meer vlak en drie- of vijfnervig, zoals bij Zeeweegbree. Ook heeft het blad van Schorrenzoutgras een driehoekig tongetje, dat gemiddeld ongeveer een halve centimeter lang is. Alle zes vruchtbeginsels van een bloem kunnen tot rijpe vruchtjes uitgroeien. Deze zijn ongeveer tweemaal zo lang als breed en vallen bij rijpheid af.
Schorrenzoutgras komt voor in de koude en gematigde zone van het noordelijk halfrond, noordwaarts tot langs de hele Noordelijke IJszee; voorts is het op het zuidelijk halfrond uit zuidelijk Zuid-Amerika bekend. In Nederland is het vrij algemeen in het Deltagebied en op de Waddeneilanden, vrij zeldzaam in Noord-Holland en het Friese en Groningse kustgebied. Wellicht komt het ook nog op enkele plaatsen aan de zuid- en oostkust van de vroegere Zuiderzee voor, maar hier is het na de afsluiting toch wel grotendeels verdwenen. Ook de vindplaatsen bij Katwijk en Utrecht zijn verloren gegaan.
Schorrenzoutgras staat in de regel in zoutvegetaties. Binnen dit kader maakt het deel uit van zeer uiteenlopende begroeiingen. Het is gebonden aan vochtige tot natte standplaatsen, dat wil zeggen plekken waarvan de grond blijvend of tijdelijk met water verzadigd is. Beweiding verdraagt het goed, zolang deze niet zeer intensief plaatsvindt; afzetting van vloedmerk wordt slecht verdragen. Op schorren komt het over de volle breedte van de zonering voor, evenals Zeeweegbree, Zulte (Aster tripolium) en Gerande schijnspurrie (Spergularia maritima). Zowel in vegetaties van Gewoon kweldergras (Puccinellia maritima) of Lamsoor (Limonium vulgare) op het lage schor als tussen Zilte rus (Juncus gerardi) en Melkkruid (Glaux maritima) op het hoge schor is Schorrenzoutgras meestal wel te vinden. Verder kan het optreden tussen hoog opschietende planten als Heen (Scirpus maritimus), Riet (Phragmites australis) of Zeerus (Juncus maritimus). Het meest treedt Schorrenzoutgras op de voorgrond op plekken die wat lager liggen dan de omgeving en waar water stagneert: in kommen en aan greppels en gegraven poeltjes. Het groeit zowel op terreinen die door onverdund zeewater worden overspoeld, als in minder zilte omgeving: aan riviermondingen en op strandvlakten die door zoet kwelwater uit de duinen beïnvloed worden. Op ingedijkte schorren of van de zee afgesloten strandvlakten kan het lang standhouden. In poldergebieden staat het aan oevers van brak water, in drassig brak grasland en in inlagen. Soms, bijvoorbeeld in Noord-Holland, treedt het heel lokaal op plekjes met brakke kwel in grasland op. De plaatsen waar de grasmat door zout bodemwater wordt beïnvloed, zijn al van ver herkenbaar doordat het gras hier veel lager blijft dan rondom. Schorrenzoutgras wordt dan dikwijls vergezeld door Zilte rus, Melkkruid en Moeraszoutgras. Het gedijt goed bij maaien en kan in zilt hooiland pleksgewijs een overheersende plaats innemen.
Merkwaardig genoeg komt Schorrenzoutgras, hoewel met reden als zoutplant te boek staand, soms in puur zoete omgeving voor. Dan staat het op plekken waar veeleer Moeraszoutgras te verwachten zou zijn. Zo groeit het hier en daar in natte duinvalleien en moerassige graslanden nabij de kust, samen met bijvoorbeeld Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius) of met Platte bies (Scirpus cariciformis). Voor zover dergelijke groeiplaatsen met ver van zee liggen, zou men nog aan het inwaaien van verstoven zeewater kunnen denken. Vergelijkbare groeiplaatsen zijn in andere landen echter ook in veengebieden op grote afstand van de kust aangetroffen, bijvoorbeeld in de Drômling bij Wolfsburg in oostelijk Nedersaksen. Een verklaring voor het af en toe optreden van de zoutplant Schorrenzoutgras ver buiten elke zoutinvloed is nog niet te geven.
Opvallende misvormingen worden bij Schorrenzoutgras teweeggebracht door de slijmzwam Plasmodiophora maritima, een verwant van de galvormer op Klein zeegras (Zostera noltii). De bundels bladscheden ontwikkelen zich tot gezwollen kropjes; de bladschijven verkommeren en bloeistengels ontbreken. Deze gal is op Texel en bij Den Helder waargenomen.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1991 (deel 4)
Schorrenzoutgras groeit op zilte slibrijke terreinen, zoals buitendijkse schorren in open contact met de zee of in het brakwatergetijdengebied in het Schelde-estuarium. De soort staat ook binnendijks op natte, modderige, open plekken in sterk zilte weilanden.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.