Amerikaanse eik is een vrij traag groeiende, bladverliezende loofboom met een brede koepelvormige kroon. De schors bij jonge bomen is vrij glad met opvallende horizontale rijen van lenticellen; op oudere leeftijd wordt de schors vrij ruw, zij het minder dan bij inlandse eiken. De takken staan zoals bij alle eiken meestal in kransen. Twijgen zijn roodbruin kaal en wrattig, op latere leeftijd dof glimmend en grijsachtig; knoppen zijn kort, donkerrood tot bruinachtig en spits. De bladeren zijn zeer herkenbaar: langwerpig, tot 20cm met korte bladsteel, een wigvormige bladvoet en 4 tot 5 spitse getande lobben. Bloei gebeurt in geelgroene hangende katjes, de eikels zijn donker roodbruin met een scherpe punt en afgeplatte voet, in ondiepe napjes; napjes zijn voorzien van schubben die aan de randen naar binnen gekromd zijn; steeltjes zijn ca. 1 cm lang.
Oude bomen kunnen worden geringd. Nazorg bij geringde bodem (overgroeien ring, opslag onder de ring) kan nodig zijn bij middeloude bomen. Jonge bomen en hakhoutstoven worden afgezaagd. Daarna dienen de stobben behandeld te worden met glyfosaat om uitlopen te voorkomen. Kieming vanuit de langlevende zaadbank vormt een belangrijk aandachtspunt voor deze soort waardoor een regelmatige controle noodzakelijk is. Zaailingen kunnen handmatig worden verwijderd of worden begraasd.
Ringen: Oude exemplaren in bossen kunnen worden geringd mits ze geen gevaar vormen langs druk bewandelde paden. De afstervende stammen bieden tal van ecologische voordelen voor fauna en zwammen. Er is ook geen exploitatieschade. Aandachtspunten: twee of liever drie ringen tenminste 5cm van elkaar verwijderd, ongeveer 5cm diep inzagen en tenminste tot op het echte hout verwijderen zodat het cambium over de gehele stamomtrek is verwijderd. Een nadeel van deze methode : het afsterven van de boom kan verschillende jaren in beslag nemen, een periode waarbinnen de boom nog vrij veel zaad kan produceren. Kappen: De meest effectieve manier om kleinere Amerikaanse eiken te verwijderen is afzagen en stobben insmeren met glyfosaat. Het beste is om te zagen op het moment dat de sapstroom nog in gang is, in het najaar en niet de winter. Als er veel begrazing is (bvb hoge reestand), is het mogelijk dat de opslag door grazers wordt kortgehouden, waardoor afkappen of glyfosaat niet nodig zijn. Bomen die toch uitlopen worden best terug afgezet vooraleer ze weer vrucht vormen.. Rooien : Het uittrekken van bomen met wortel en al is meestal heel moeilijk bij Amerikaanse eik gezien dit een diep wortelende soort is, dit zorgt eveneens voor een sterke verstoring van de bodem. Nazorg: Na kapwerken zal de zaadbank van Amerikaanse eik vaak massaal gaan kiemen. Een controle gedurende enkele jaren met bestrijding van zaailingen is noodzakelijk indien de graasdruk laag is. Bij sterke beschaduwing is het ook mogelijk dat de kieming beperkt blijft en dat de zaailingen niet doorgroeien. Zaailingen kunnen handmatig worden verwijderd of worden begraasd. Bij kappingen in kader van heideherstel wordt bij het plaggen ook de strooisellaag en de zaadbank mee verwijderd, en is er dus minder nazorg nodig.
Amerikaanse eik is een vrij traag groeiende, bladverliezende loofboom met een brede koepelvormige kroon. De takken staan zoals bij alle eiken meestal in kransen. Twijgen zijn roodbruin kaal en wrattig, op latere leeftijd dof glimmend en grijsachtig; knoppen zijn kort, donkerrood tot bruinachtig. De bladeren zijn zeer herkenbaar: langwerpig, tot 20cm met korte bladsteel, een wigvormige bladvoet en 4 tot 5 spitse getande lobben. Bloei gebeurt in geelgroene hangende katjes, de eikels zijn donker roodbruin met een scherpe punt en afgeplatte voet, in ondiepe napjes; napjes zijn voorzien van schubben die aan de randen naar binnen gekromd zijn; steeltjes zijn ca. 1 cm lang.
Quercus rubra staat op Bijlage 2 in de Gedragscode voor gebruik van invasieve planten in België (zie hieronder). Dit betekent dat Quercus rubra nog mag verkocht en aangeplant worden, maar met de nodige voorzichtigheid in de buurt van biotopen waar hij invasief kan worden: bossen (eik, beuk) op zure grond, bossen op kalkrijke bodems, bosranden. Op basis van de lijst invasieve planten in België werd in overleg met de groensector een Gedragscode ontwikkeld. In deze Gedragscode zijn de invasieve planten ingedeeld in een consensuslijst (Bijlage I) en Bijlage II. De consensuslijst omvat alle invasieve soorten (inclusief cultivars en variëteiten) waarover met de groensector tijdens de rondetafelgesprekken een unaniem akkoord werd bereikt om de verkoop/aanplant stop te zetten. De meeste soorten van de consensuslijst zijn wijdverspreid en hebben een sterk negatief effect op de biodiversiteit zoals Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, Amerikaanse vogelkers, grote waternavel,... Op deze lijst staan 28 soorten, die ongeveer 50% van alle invasieve plantensoorten in België vertegenwoordigen. De overige invasieve planten zijn opgenomen in Bijlage II, hierin zijn de soorten opgenomen waarvan hun impact in België gering is of de soorten die enkel in zeer specifieke natuurlijke milieus invasief worden. Deze soorten kunnen, mits in acht name van enkele voorzorgsmaatregelen/aanbevelingen betreffende aanplant/onderhoud (rhizoombegrenzer, verwijderen bloemen voor zaadzetting), toegepast worden. Bij aanplant wordt aanbevolen om deze planten niet in de buurt van gevoelige biotopen, waar ze invasief kunnen worden, te plaatsen. Voor meer informatie zie www.alterias.be(opent nieuw venster)
Amerikaanse eik vormt een brede en dichte kroon, waardoor ze onder bosomstandigheden andere boomsoorten verdringt en weinig onderetage toelaat. De boom produceert (zoals andere eikensoorten) een slecht afbrekend strooisel dat dichte pakketten kan vormen, en daardoor de vegetatieontwikkeling verhindert. De boom verjongt zich in bepaalde omstandigheden (voldoende licht, matig voedselarme zandige droge bodems) sterk, en kan daardoor invasief zijn. Anderzijds vertoont de soort op voedselarme bodem een beduidend grotere groeikracht dan inheemse eiken, en produceert daarbij een zeer waardevolle houtsoort. Niet op alle bodemtypes is de soort even invasief : in gemengde bosbestanden op rijkere leembodems is de soort veel minder dominant. Indien verjonging optreedt is dat meestal in de directe omgeving van de moederboom, of op plaatsen waar Amerikaanse eik zijn gekapt. Amerikaanse eik heeft verder ook een aantal ecologische voordelen. De eikels zijn een belangrijke voedingsbron voor veel diersoorten. Heel wat soorten (kevers, ectomycorrhizavormende en houtzwammen, enz…) die gebonden zijn aan inlandse eiken, komen ook op Amerikaanse eik voor. Daaronder bevinden zich ook een aantal zeldzame soorten (oa. Eikenvuurzwam, Stekelzwammen, Gewone pruikzwam, doodhoutkevers). Oudere bomen vertonen vaak holtes die door vleermuizen worden gebruikt. Volledige bestrijding van deze soort is dus niet op alle locaties gewenst of noodzakelijk. Amerikaanse eik wordt wel bestreden of geleidelijk teruggedrongen in bossen met een hoofddoelstelling natuur waar de soort en andere exoten een relatief groot aandeel vormen van het bosbestand of in het kader van heideherstel.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.