Oligo- tot mesotrofe wateren komen voor op voedselarme, zandige tot enigszins leemhoudende of venige bodems. De geohydrologische omstandigheden bepalen of ze enkel door regenwater of ook door grondwater of kwel gevoed worden, wat verschillen in de trofie- en zuurtegraad tot gevolg heeft. Vennen op uitgeloogd zand die enkel gevoed worden door regenwater, worden niet of nauwelijks gebufferd en zijn zuur. Afhankelijk van de mate van buffering door grondwater en bodem kan het water meer opgeloste basen bevatten.