Bosbingelkruid is een laagblijvende, groenblijvende lentebloeier die grote groepen onvertakte bloeistengels vormt. De vrouwelijke bloemen staan op lange stelen en worden bezocht door vliegen. De vruchten zijn dubbel zo groot als die van Tuinbingelkruid en sterk behaard. Bosbingelkruid is een schaduwplant van kalkhoudende, matig vochtige bodem.
Het areaal van bosbingelkruid omvat het grootste deel van Europa, met de klemtoon op West- en Midden-Europa. In Ierland, Nederland en Noord-Schotland komt de soort echter slechts lokaal voor. In het noorden reikt het areaal tot Zuid- Scandinavië, in het zuiden tot Noord-Spanje. Van daar loopt het areaal verder over Italië en Sicilië naar de Balkan en tot de Kaukasus en Iran. Ook in Noord-Afrika komt bosbingelkruid lokaal voor. In Australië is de soort ingeburgerd. In Wallonië is bosbingelkruid vrij zeldzaam in het Brabants district en algemeen in het Maasdistrict en Lotharingen.
Vooral binnen de oude bosfragmenten van de Leemstreek is bosbingelkruid plaatselijk algemeen, maar op Vlaamse schaal is de soort vrij zeldzaam. Tijdens de tweede karteerperiode werden tal van nieuwe vindplaatsen ontdekt. De ‘opmars’ van deze bosplant kan alleen verklaard worden door de betere kartering van de bossen in de Leemstreek. De soort koloniseert immers slecht nieuwe bossen en wordt ook in de ons omringende landen niet beschouwd als een uitbreidende soort. Buiten de Leemstreek wordt bosbingelkruid weinig gevonden, nog het meest in oudere parken.
Bosbingelkruid of Overblijvend bingelkruid is een laag blijvende, hardgroene, later donker blauwachtige, overblijvende lentebloeier. Met behulp van lange, dicht onder de oppervlakte liggende uitlopers vormt het grote groepen van dicht opeenstaande onvertakte bloeistengels, alle van dezelfde sekse. De bloemen van vrouwelijke planten staan alleen of met twee of drie op lange stelen. Om hun vrij toegankelijke nectar worden ze door vliegen bezocht. Voor zover deze ook de mannelijke bloemen bezoeken, die alleen stuifmeel te bieden hebben, kan bestuiving plaatsvinden. Vermoedelijk zorgt daarnaast de wind voor stuifmeeltransport. De vruchten zijn dubbel zo groot als die van Tuinbingelkruid en sterk behaard. Bosbingelkruid komt voor in Europa, behalve het noordoostelijkste deel; de noordgrens ligt ongeveer bij 62 0 N.Br. In Nederland is de plant plaatselijk talrijk in Zuid--Limburg, waarbij mannelijke planten in de meerderheid lijken. Daarbuiten liggen enkele verspreide vindplaatsen, die deels natuurlijk lijken, deels wel op aanplanting of aanvoer met pootgoed zullen teruggaan. Veelal groeien op deze plekken alleen vrouwelijke of alleen mannelijke planten. In de omringende, 'kalkrijkere' landen is de plant heel gewoon.
Bosbingelkruid is een typische schaduwplant van kalkhoudende, matig vochtige bodem. In het Parelgras-Beukenbos behoort het naast Lievevrouwebedstro (Galium odoratum), Eenbloemig parelgras (Melica uniflora) en Heelkruid (Sanicula europaea) tot de gewassen die sterk op de voorgrond kunnen treden. In diepe schaduw kan het, samen met Klimop (Hedera helix), vrijwel alle andere bosplanten het leven onmogelijk maken. In bossen op beschutte krijthellingen, waarlangs af en toe wat water afstroomt, kan het eveneens een belangrijke plaats innemen, nu samen met Christoffelkruid (Actaea spicata), Zwartblauwe rapunzel (Phyteuma nigrum), Eenbes (Paris quadrifolia), Gulden boterbloem (Ranunculus auricomus), Gele anemoon (Anemone ranunculoides) en talrijke andere bosplanten. Met zijn uitgebreide netwerk van uitlopers voorkomt Bosbingelkruid het afschuiven van de bodem op steile hellingen. Plekken met stagnerend water worden gemeden door deze plant, die erg gevoelig is voor het zich hier ophopende ijzer. Wel kan het in kleine groepen nabij stromend water - op beekoeverwallen en in bronbossen - groeien. In Noord-Brabant groeit het in enkele loofbossen op leem, aan de Veluwezoom op de grens van helling en rivierdal, in Midden-Limburg in een beekdal.
Poolse onderzoekingen wijzen erop dat plakkaten van Bosbingelkruid de sterkste vegetatieve uitbreiding vertonen tijdens hun eerste drie jaar. Na een jaar of zes zijn ze een halve tot twee vierkante meter groot en gaan ze uiteenvallen, doordat de oudste delen afsterven. De 'deelplakkaten' groeien verder, waarbij ze elkaar doordringen. Bosbingelkruid wortelt oppervlakkig en komt door horizontale expansie aan nieuwe voedingsbronnen. Het kan daardoor op on- dieper verweerde krijthellingen groeien dan bijvoorbeeld Daslook (Allium urisinum) waarvan de wortels meer in de diepte gaan. Op kapvlakten en langs resten van houtwallen handhaaft Bosbingelkruid zich beter dan veel andere schaduwplanten. De plant geldt als giftiger dan Tuinbingelkruid.
Enige insecten zijn specifiek aan Bosbingelkruid gebonden. De Bingelkruidaardvlo (Hermaeophaga mercurialis), een blauwzwart, kogelrond kevertje, vreet aan de bladeren. Deze kan grote groepen planten met gaatjes doorzeven, vooral in jaren met warm weer. De larve leeft van de ondergrondse delen. Andere kevers die zich met het blad van Bosbingelkruid voeden, zijn de snuitkevers Barynotus moerens en Apion pallzpes. Van de laatste leeft de larve in de stengels van de plant.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Weinig bosplanten gedijen even goed in diepe schaduw als bosbingelkruid. De soort groeit voornamelijk in loofbos op neutrale tot kalkrijke, veelal vochtige, maar soms ook eerder natte, lemige bodems met een goed verterende strooisellaag (milde humus). Op voedselrijke gronden kan ze soms massaal en over grote oppervlakten optreden, zodat weinig andere soorten zich in de kruidlaag kunnen vestigen. Bosbingelkruid vindt men vooral in oud bos, want het heeft een beperkte kolonisatiecapaciteit (verspreiding door mieren). In de hellingbossen van de Leemstreek komt de soort vaak voor, dikwijls het talrijkst op de noordhellingen. Buiten het bos houdt ze niet vaak stand. Men vindt ze daar vooral in houtkanten op noordhellingen. Bosbingelkruid treft men soms aan in oude parken. Of de soort op dergelijke plekken bewust werd aangeplant is onzeker: de sierwaarde ervan is vrij beperkt.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.