Het eigenlijke liesgras (Glyceria maxima) heeft een Eurosiberisch areaal. In Europa ontbreekt het in Noord-Scandinavië en in grote delen van het Middellandse- Zeegebied. In België is liesgras algemeen in Laag- en Midden-België. In Hoog-België is de soort tot de stroomgebieden van de grotere waterlopen beperkt.
Liesgras is in Vlaanderen zeer algemeen en komt, net als mannagras, in geheel Vlaanderen frequent voor. De soort is minder algemeen in de Leemstreek en de Duinen. De hoogste concentraties van groeiplaatsen zijn te vinden in valleigebieden en in de meest waterrijke gedeelten van de Polders. Er zijn geen grote verschillen tussen de periode 1939-1971 en de periode 1972-2004.
Op wereldvlak behoort liesgras tot een complexe groep waarin meerdere nauw verwante taxa op soort- of ondersoortniveau onderscheiden worden. Liesgras is de meest forse van onze inheemse vlotgrassoorten. Ze neemt ecologisch een wat andere positie in dan de overige vertegenwoordigers van het geslacht. Liesgras verkiest modderige, venige, zeer voedselrijke bodems, zoals kwelplekken in weilanden, dichtgroeiende sloten en poelen enz. De soort groeit langs oevers, vooral van stilstaand, maar ook van stromend water, in poelen, sloten, beken, rivieren en kanalen. Vaak is liesgras absoluut dominant in bijna monospecifieke vegetaties. Een dergelijke ongehinderde groei kan zowel langs oevers voorkomen, als bij een specifiek verlandingstype. Het soortscomplex van de liesgrassen vertoont een circumpolaire verspreiding.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.