Deze invasieve exotische soort komt reeds in vele natuurgebieden voor. Vooral langs rivier- en beekoevers kan hij dominant zijn. Meer informatie over herkenning op de identificatiefiches van LIFE RIPARIAS(opent nieuw venster).
Deze soort mag niet meer worden aangeplant, overheden en natuurorganisaties besteden veel middelen om deze soort te bestrijden. Het is een eenjarige plant, dus de plant niet in zaad laten komen is de boodschap. Informatie over beheer vind je bij de groep van verschillende exotische springzaadsoorten.
De inspanningen nodig voor de bestrijding van reuzenbalsemien zijn hoog, maar daartegenover staat dat de bestrijding hier kortdurend en effectief kan zijn. Reuzenbalsemien heeft een korte periode waarin de zaden levensvatbaar blijven, maar produceert wel een zeer hoog aantal zaden. Daarom kan één maaibeurt volstaan, aangevuld met een grondige controle voor eventuele noodbloei of gemiste planten. De planten moeten laag bij de grond gemaaid of uitgetrokken worden en het maaisel moet verwijderd worden zodat ze niet kunnen regenereren. Belangrijke randvoorwaarde voor succes is dat de te bestrijden populatie min of meer ruimtelijk gescheiden moet zijn van andere populaties (bv. niet benedenstrooms van bestaande populaties). Indien dit niet het geval is, moet men zich de vraag stellen of het überhaupt wel zinvol is om te bestrijden; de planten zullen zeer snel herkoloniseren. Nog meer dan bij andere soorten vereist een efficiënte bestrijding bij deze soort een planmatige, gebiedsdekkende aanpak. Indien dit niet meteen mogelijk is kan gekozen worden voor een mitigatie-beheer, door jaarlijks maaien.
De soort is inheems in de Himalaya en werd pas aan het begin van de twintigste eeuw als sierplant in Vlaanderen geïntroduceerd. De soort is ingeburgerd in grote delen van Europa. In Vlaanderen wordt reuzenbalsemien vooral als een rivierbegeleider beschouwd. Momenteel bevinden de grootste concentraties zich onder meer langs de Grensmaas en de Schelde. Vanaf 1920 begon de soort te verwilderen langs de Dijle en iets later rond het Zoniënwoud. Opvallend is dat reuzenbalsemien in eerste instantie beperkt bleef tot rivieroevers (wat duidelijk bleek uit oudere verspreidingskaarten).
Tegenwoordig lijkt de soort ook buiten het rivierengebied uitbreiding te nemen in Vlaanderen, kennelijk vooral in de Zand- en Zandleemstreek. Op veel plaatsen in het rivierengebied wordt reuzenbalsemien reeds enige tijd als invasief beschouwd. In welke mate ze eventueel het terugdringen van inheemse soorten tot gevolg heeft, is nog steeds onduidelijk. In sommige reservaten wordt ze actief bestreden zonder dat dat vruchten afwerpt. Het blijft overigens merkwaardig dat een eenjarige soort dermate kon uitbreiden in een vooral door forse, overblijvende inheemse soorten gedomineerde niche (vooral grote brandnetel). Allicht is dat te danken aan de grote dynamiek die in dat soort milieus heerst.
Reuzenbalsemien wordt in Vlaanderen hoofdzakelijk aangetroffen in natte tot vochtige, voedselrijke ruigten, vaak langs allerlei waterlopen. Reuzenbalsemien verwildert ook af en toe langs vochtige bosranden. Omdat de soort als sierplant gekweekt wordt, wordt ze ook gevonden in de omgeving van woningen, maar in dit geval verdwijnt ze vaak snel.
De recente verspreidingskaart vind je hier: https://waarnemingen.be/species/6896/(opent nieuw venster)
Het wettelijk statuut van deze soort wordt geregeld door de Europese verordening n° 1143/2014(opent nieuw venster) en het Vlaamse soortenbesluit van 15 mei 2009(opent nieuw venster). In alle Europese lidstaten is het sinds 2 augustus 2017 verboden om deze soort te importeren, te houden, te kweken, te vervoeren, te verhandelen, te gebruiken, uit te wisselen, of in het wild los te laten. Daarbij gelden evenwel volgende overgangsbepalingen.
In overeenstemming met hoofdstuk 4/1 van het soortenbesluit(opent nieuw venster) mogen houders van een commerciële voorraad hun levende specimens verkopen of overdragen aan niet-commerciële gebruikers tot en met 1 augustus 2018, op voorwaarde dat de specimens in een gesloten omgeving gehouden en vervoerd worden, en alle passende maatregelen zijn genomen om voortplanting of ontsnapping onmogelijk te maken. Na voornoemde datum kunnen specimens enkel aan gespecialiseerde instellingen worden overgedragen of verkocht.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.