Slank wollegras is een lage, tengere plant die in de tweede helft van de lente bloeit. Het groeit in losse groepjes met dunne, licht gekromde stengels en kleine aren met maximaal dertig bloemen. Deze soort komt voor in de koel-gematigde zone van het noordelijk halfrond, maar is overal zeldzaam. In Nederland is het beperkt tot enkele gebieden met trilvenen in Noordwest-Overijssel en het Vechtplassengebied. Slank wollegras groeit op zwak zure, ijzerrijke en fosfaatarme bodems, vaak in combinatie met mosachtige vegetatie. Het is zeer gevoelig voor veranderingen in het milieu, zoals bemesting en verzuring, waardoor de plant in het verleden veel groeiplaatsen heeft verloren en nu ernstig bedreigd is.
Slank wollegras komt voor in de gematigde en boreale delen van de holarctis (Europa, Azië en Noord-Amerika). ln Europa komt de soort voor van de Pyreneeën tot Noord-Zweden, en oostwaarts in de Nliddenen Noord-Europese regio's. EU Atlantische gebieden worden gemeden (Britse Eilanden, kuststreken van West-Europa). De soort is in heel België uiterst zeldzaam en komt in Vlaanderen alleen voor in de Kempen.
Slank wollegras komt, voor zover bekend, nog op drie plaatsen voor in de regio Mol-Arendonk. Voor 1972 was het niet van die streek bekend. Misschien werd de soort daar toen over het hoofd gezien. Op de andere vindplaatsen van voor 1972 is de plant nadien niet meer gemeld. Wijzigingen in de specifieke milieuvoorwaarden, zoals veranderde waterbalansen en eutrofiëring van grond- en oppervlaktewater, hebben de soort wellicht doen verdwijnen. Ook op de nog resterende vindplaatsen bestaat een dergelijke bedreiging. Potentiële inteelt is een bijkomend probleem voor de toekomst.
Slank wollegras is een lage tot middelhoge, tengere en weinig opvallende plant die in de tweede helft van de lente bloeit. Met zijn vrij korte wortelstokken vormt het losse groepjes. De stengel is stomp driekantig, zeer dun en vaak licht gekromd. Vaak zijn de bladscheden bruin tot rood van tint. De bladschijf van de onderste bladeren is min of meer vlak; die van de hogere stengelbladeren is geheel of grotendeels driekantig en wordt slechts enkele centimeters lang. De bladrand aan de voet van de schijf is ruw door terugwijzende stekeltjes. De bloeiwijze bestaat uit twee tot vier aren met iets ruwe stelen van verschillende lengtes: één is vrijwel zittend, de overige zijn gesteeld; na de bloeitijd buigen ook de gesteelde aren vaak weinig over, de langste aarsteel wordt zelden meer dan drie centimeter lang. De aren zijn nog geen centimeter lang en bevatten hoogstens dertig bloemen. De helmknoppen zijn tot twee millimeter lang. De witte haren worden na de bloei niet veel langer dan twee centimeter en staan weinig uit: in vergelijking met Veenpluis toont Slank wollegras een 'steil en kortgeknipt kuifje'.
Slank wollegras heeft een uitgestrekt areaal dat de koel-gematigde zone van het noordelijk halfrond beslaat, maar het is overal zeldzaam. In Nederland is het thans beperkt tot Noordwest-Overijssel en het Vechtplassengebied in Utrecht en aangrenzend Noord-Holland, waar vermoedelijk nog twee tot vijf groeiplaatsen resteren. De vindplaatsen in de pleistocene streken, onder meer in Noord-Brabant en op de Veluwe, zijn allemaal verloren gegaan.
Slank wollegras behoort, evenals Breed wollegras, tot de kieskeurigste en daardoor tegenwoordig sterkst bedreigde vaatplanten van onze flora. In standplaatseisen vertonen beide soorten tal van overeenkomsten, maar althans in Nederland komen ze in verschillende landschappen voor. Slank wollegras is een bewoner van trilvenen, oftewel kraggen — zwevende, uit planteresten opgebouwde en door wortelstokken en wortels aaneengevlochten matten — in veenplassen en vennen. Zijn milieu is zwak zuur, matig basenrijk, vooral ijzerrijk en uitgesproken arm aan opgelost fosfaat. De ijzerrijkdom blijkt uit rode, ijzerhoudende vlokken en vliesjes van ijzerbacteriën op het water. De kragge is het hele jaar door tot in de bovenste laag met water doordrenkt, zodat invallend regenwater zich met het in de kragge aanwezige oppervlaktewater mengt en geen afzonderlijke bovenste laag vormt (zie verder blz. 000). Op de meeste recente groeiplaatsen van Slank wollegras is een mosdek aanwezig dat overwegend uit slaapmossen bestaat; vroeger is zij in vennen echter ook wel in veenmosrijk trilveen gevonden. De meest frequente begeleiders van deze plant zijn Holpijp (Equisetum fluviatile), Waterdrieblad (Menyanthes trifoliata), Moeraswalstro (Galium palustre), Ronde zegge, Melkeppe (Peucedanum palustre), Wateraardbei (Potentilla palustris), Pinksterbloem (Cardamine pratensis), Draad- en Snavelzegge, Watermunt (Mentha aquatica), Moeraskartelblad (Pedicularis palustris), Moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora), Waternavel (Hydrocotyle vulgaris), Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum), Grote kattestaart (Lythrum salicaria), Gewoon puntmos (Calliergonella cuspidata), Klein blaasjeskruid (Utricularia minor) en Veenknikmos (Bryum pseudotriquetrum). Slank wollegras is uitermate gevoelig voor omgevingsinvloeden: bemesting of verzuring richt haar kwetsbare biotoop heel snel te gronde. De groeiplaatsen in vennen en venen in de pleistocene streken zijn hierdoor verdwenen, en het voortbestaan in de trilvenen van Noordwest-Overijssel en het Vechtplassengebied hangt aan een zijden draad. Doordat dit Wollegras niet altijd tot bloei komt en zonder de witte haren niet opvalt, temeer door de gelijkenis van zijn bladeren met die van Draadzegge en Ronde zegge, bestaat de kans dat het nog onopgemerkt op enkele plaatsen voortbestaat. Op een van zijn recente, reeds uit de 19e eeuw bekende groeiplaatsen was het meer dan een eeuw lang niet waargenomen!
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Slank wollegras komt bij ons voor op ijzerrijk, voedselarm en waterverzadigd laagveen dat voldoende voorzien wordt van basekationen en zuurbuffering (zie ook breed wollegras BOEYE & VERHEYEN 1994). De aanvoervan sulfaatrijk grondwater is wellicht nefast door de omzetting naar giftig sulfide en het hierdoor vríjkomen van fosfaat uit de veenbodem (A.J.P. SMOLDERS, pers. med.).
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.