Bouwen aan groenexpertise

Douglaspluimspirea

Spiraea douglasii

Hoogte plant

Minimaal:
50cm
Maximaal
150cm

Licht

Min:
half schaduw
Max:
licht

Bloeiperiode

Vanaf:
juli
Tot:
september

Bloemkleur

rood, rose

Bestuiving

insektenbestuiving
Areaal:

Van oorsprong is douglaspluimspirea een Noord-Amerikaanse soort (voornamelijk in het westen). Als sierstruik werd ze in Europa ingevoerd waarna ze lokaal begon te verwilderen in Centraal-, Noordwest- en West-Europa. Wellicht gebeurt dat hoofdzakelijk door opslag uit tuinafval. Het is niet helemaal duidelijk of de soort ook kiemkrachtig zaad voortbrengt in Vlaanderen.

Verspreiding in Vlaanderen:

Douglaspluimspirea blijkt in Vlaanderen haar belangrijkste verspreidingskernen te hebben in de Kempen. De exacte inburgeringstatus is niet altijd even duidelijk: vaak is de aanwezigheid eerder beperkt en is veelal sprake van instandhouding in plaats van echte inburgering. Onder ideale omstandigheden kan douglaspluimspirea echter bijzonder agressief optreden. Nog maar pas is dat vastgesteld in het Universiteitsbos van Hamont-Achel (JACQUEMYN et al. 2002). De soort komt er heel abundant voor in broekbos waar ze een voorkeur vertoont voor depressies. Ze komt echter ook voor in de bosrand (wat overeenstemt met haar natuurlijke standplaats in de regio van herkomst). Manuele en mechanische bestrijding blijken niet effectief en lijken de soort eerder te stimuleren dan af te remmen. De lokale opmars van douglaspluimspirea wordt het best op de voet gevolgd in de komende jaren.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Kiemperiode:
vanaf Voorjaar
Gebruik:
siergewassen
Bladseizoen:
zomergroen
Levensvorm:
phanerofyt
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Vruchttype:
doosvrucht
Vruchtkleur:
onopvallend
Indigeniteit:
neofyt
Herkomst:
Noord-Amerika
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
0.00
Grime-ruderaliteitswaarde:
0.00
Gebondenheid aan grondwater:
vochtige freatofyt (obl.)

Net als viltige pluimspirea (Spiraea tomentosa) lijkt douglaspluimspirea in Vlaanderen een voorkeur te tonen voor iets zandige, vochtige standplaatsen. Haar ecologische preferenties zijn evenwel veel minder strikt en de soort komt ook voor op minder vochtige en minder zure gronden. Haar juiste ecologische niche dient nog nader onderzocht te worden. Volgens recent onderzoek (JACQUEMYN et al. 2002) komt ze bijzonder goed tot haar recht in natuurlijk broekbos waar ze de concurrentie aangaat met onder meer gagel. Douglaspluimspirea kan in dergelijke omstandigheden sterk invasief gedrag vertonen en in dat geval kan bestrijding gewenst zijn.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
criteria niet van toepassing
Zeldzaamheid KFK-klasse:
60-131 kwartierhokken
Invasieve exoot:
Nee
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Filip Verloove

Cursussen bij Inverde

Boeken