Bosanemoon is een mooie witte lentebloeier. Met bloemen is deze in maart bloeiende plant onmiskenbaar. Zonder bloemen is verwarring met de bladeren van Muskuskruid mogelijk. Beide soorten groeien vaak samen, dus de bladeren staan soms door elkaar. Je kan de bladeren van Muskuskruid herkennen aan de stomp-afgeronde top met een kort witachtig stekelpuntje. De bladeren van Bosanemoon zijn spitser zonder stekelpuntje.
Het is een oude bosplant die ook in de bosrand staan. Een niet te droge bodem met humus van boombladeren vindt hij ideaal. In tuinen zet je deze soort best onder struiken of bomen.
Een goed bosbeheer met aandacht voor bodemcompactie is belanrijk voor Bosanemonen. Het aanplanten van nieuwe bossen tegen oude bossen is nodig om kolonisatie van nieuwe bossen mogelijk te maken. Dit is niet alleen nuttig voor Bosanemoon maar ook voor vele andere oude bossoorten (planten en dieren).
In bossen opletten voor bodemcompactie tijdens de bosexploitatie. Door verzuring van de bosbodem gaat deze soort in sommige bossen achteruit. Men kan door de juiste boomsoortkeuze deze verzuring voor een deel tegengaan. Maar het belangrijkste is dat de depositie van verzurende stoffen verder verminderd. Bij hakhoutbeheer zal de soort meer in bloei komen na een kapping, maar let op voor verruiging en verbraming.
Bosanemoon komt over heel Europa voor, met uitzondering van het grootste deel van het Middellandse-Zeegebied en het hoge Noorden. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in West- en Midden-Europa. Nauw verwante soorten (volgens sommige auteurs ondersoorten) kan men aantreffen in Oost- Azië, Siberië en Noord-Amerika. Bosanemoon is vrijwel in heel Wallonië vrij algemeen tot algemeen.
Hoewel bosanemoon nog steeds een algemene soort is in Vlaanderen, gaat ze vermoedelijk licht achteruit. Algemeen kan men vaststellen dat in streken met zware bemesting of eutrofiëring vanuit de lucht de vindplaatsen buiten het bos verdwijnen en dat de populaties in het bos kleiner worden door concurrentie van ruigtesoorten en bramen. Dat houdt echter ook verband met het veranderde bosbeheer, namelijk het bijna volledig verdwijnen van een regulier hakhout- en middelhoutbeheer.
Bosanemoon groeit vooral op luchtige, matig droge tot natte, matig voedselrijke bodems met een goede strooiselvertering onder niet al te schaduwrijk loofbos. De bodemtextuur varieert van zandig over lemig tot kleiig, maar de voorkeur gaat uit naar leembodems. Wat de zuurgraad betreft, worden extremen vermeden: het optimum valt binnen licht zuur tot licht kalkrijk. Bosanemoon heeft een lichte voorkeur voor oud bos. Nieuwe bosaanplantingen, palend aan oud bos, worden, indien de bodemomstandigheden gunstig zijn, vooral in reliëfrijke streken, vrij snel gekoloniseerd. In bossen met een open structuur of in middelhout- en hakhoutbossen met een regelmatige rotatie, kan de plant zeer hoge dichtheden halen. Overstroming wordt slecht verdragen. Buiten het bos groeit de plant vooral in en langs houtkanten en hagen van enige ouderdom. In allerlei bermen en zelfs in graslanden kan de soort ook wel eens gevonden worden: veelal betreft het hier relictpopulaties van vroegere bossen en houtkanten, kolonisten vanuit naburig bos of door grondwerken versleept materiaal.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.