Zompzegge is een lage tot middelhoge, dof grijsgroene of bleekgroene plant die in dichte tot losse pollen groeit. De bloeistengels zijn rechtopstaand en scherp driekantig. De compacte bloeiwijze bevat maximaal zes aren, met onderaan mannelijke bloemen en hogerop vrouwelijke bloemen. De urntjes zijn platbol, langwerpig-eirond, ongeveer twee millimeter lang, en worden geelbruin.
Zompzegge groeit in de koel-gematigde en koudere zones van het noordelijk halfrond, evenals in zuidelijk Zuid-Amerika, Irian en Australië.
Ze komt voor op zonnige tot zwaar beschaduwde, vochtige tot natte, kalkloze, voedsel- en basenarme grond. Vaak te vinden in veen- en humusrijke zand- of leemgrond, turfgaten in hoogveen, drassige hooilanden, en verzuurd trilveen. Zompzegge vermijdt zoute milieus en groeit in veenmosrietland boven brakke wateren. Veelvoorkomende begeleidende planten zijn veenpluis, snavelzegge, moerasstruisgras, waternavel, en zwarte zegge.
Zompzegge is een circumpolaire soort die in Europa overal bui- ten het strikte Atlantische klimaatgebied voorkomt. In Midden, Oost- en Noord-Europa is ze goed vertegenwoordigd. In België, aan de westrand van haar Europese areaal, wordt zomp- zegge veruit het meest gevonden in de Kempen en de Ardennen. Daarnaast maken recente waarnemingen duidelijk dat zompzegge in Vlaanderen ook wordt aangetroffen in de Zandstreek ten zuiden van Brugge, op de Noord-Vlaamse dekzandrug en in het Hageland.
De soort is momenteel in Vlaanderen vrij algemeen en niet bedreigd. Integendeel, ze komt op meer plaatsen voor dan tijdens de periode 1939-1971. In de Midden-Kempen is ze goed vertegenwoordigd; in het westelijke deel van de Kempen is ze plaatselijk verdwenen, maar zijn er ook nieuwe groeiplaatsen gevonden. Ook elders, bijvoorbeeld aan de zuidrand van de Kempen (in het Hageland) en in Oost- en West-Vlaanderen, zijn nu vindplaatsen gekend.
Zompzegge is een lage tot middelhoge, dof grijsgroene of soms bleekgroene, in dichte tot vrij losse pollen groeiende plant. De onderste scheden zijn grijsbruin tot rozeachtig. Niet-bloeiende scheuten vormen vaak korte, opstijgende schijnstengels. De bloeistengels zijn rechtopstaand en scherp driekantig. De compacte, bleek ogende bloeiwijze bestaat uit zelden meer dan zes aren, die meestal dicht opeen zitten; soms zijn de onderste iets van elkaar verwijderd. De schutbladen zijn kafjesachtig, het onderste is soms priemvormig en steekt dan buiten de bloeiwijze uit. De aren zijn eivormig en bevatten aan de voet enkele mannelijke bloemen, hogerop vrouwelijke, tweestempelige bloemen. De kafjes zijn witachtig-vliezig met groene kiel. De urntjes zijn platbol, langwerpig-eirond, ongeveer twee millimeter lang, zeegroen, tenslotte geelbruin, aan beide zijden generfd, en versmald in een korte snavel.
Zompzegge komt voor in de koel-gematigde en koudere zone van het noordelijk halfrond en voorts in zuidelijk Zuid-Amerika, Irian en Australië. In Nederland is zij plaatselijk vrij algemeen in de pleistocene streken en in laagveengebieden; in kleistreken komt zij sporadisch voor en in de duinen is zij thans alleen bekend van Vlieland.
Zompzegge behoort tot de uitgesproken zuurindicatoren onder de zeggen. Zij groeit op zonnige tot vrij zwaar beschaduwde, niet of licht bemeste, vochtige tot natte plaatsen op kalkloze, min of meer voedsel- en basenarme grond, op veen en humusrijke tot venige zand- of leemgrond. Vegetaties met Zompzegge zijn, wat de vaatplanten betreft, dikwijls vrij open; vaak hebben ze een mosdek van veenmos (Sphagnum). Het water op haar groeiplaatsen is in belangrijke mate afkomstig van neerslag, rechtstreeks of via oppervlakkige afstroming; soms is zelfs vrijwel geen invloed van grond- of oppervlaktewater aanwezig. Het voedsel- en basenarmste milieu waarin Zompzegge gedijt, is te vinden in hoogveen, waar zij echter niet in ongestoorde situaties optreedt: zij groeit in turfgaten in afgetakeld hoogveen of verschijnt na verhoging van het waterpeil in tevoren verdroogd hoogveen. Zij profiteert van de (zij het schaarse) voedingsstoffen die door veraarding van het verdrogende veen zijn vrijgekomen. Ook neemt zij deel aan de verlanding van heidevennen. Een wat voedselrijker milieu waarin Zompzegge optreedt, wordt gevormd door drassige hooilanden in beekdalen met sterke invloed van zijdelings afstromend, zuur water. Ook groeit zij wel aan slootkanten in weinig bemest weiland. Vermoedelijk is Zompzegge zoutmijdend; weliswaar komt zij vrij veel voor in de Noord-Hollandse brakwaterveengebieden, maar uitsluitend in veenmosrietland, waar zij wortelt in zure regenwaterlenzen in het veen, boven bereik van brak water. Zij groeit er vooral op natte, veenmosrijke plekken, maar ook in uitdrogende terreindelen met een begroeiing van gewoon haarmos (Polytrichum commune) en/of kraaihei (Empetrum nigrum). In zoete laagveengebieden is zij onder meer in verzuurd trilveen te vinden. Ontwikkelen veenbegroeiingen zich tot berkenbroekbos, dan handhaaft Zompzegge zich dikwijls. In andere vochtige loofbostypen komt zij soms voor aan greppels en op plaatsen met veel humus. Planten waarmee Zompzegge dikwijls samen voorkomt, zijn veenpluis, snavelzegge, moerasstruisgras (Agrostis canina), waternavel (Hydrocotyle vulgaris), wateraardbei (Potentilla palustris), moerasviooltje (Viola palustris), zwarte zegge, sterzegge, egelboterbloem (Ranunculus flammula), moeraswalstro (Galium palustre), veld- en pitrus (Juncus acutiflorus en Juncus effusus).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Zompzegge is een soort van matig voedselarme tot voedselarme laagveenmoerassen op de overgang van zand naar veen. Dikwijls betreft het schraal en voedselarm, moerassig grasland op een venige of sterk humeuze bodem. Daarnaast wordt de soort gevonden langs venoevers, in depressies in heiden en in veenputjes met redelijk mineralenrijk, licht gebufferd water. Ook veenmostrilvenen vormen een belangrijke groeiplaats. De standplaats is steeds zeer nat, met een vrij stabiele waterstand die net onder het maaiveld zit. Ook korte of langdurige overstromingen worden goed verdragen. De bodem bestaat uit veen of een venig mineraal substraat. Bij een lichte eutrofiëring houdt zompzegge stand, maar bij een verdere verrijking van de standplaats verdwijnt de soort. Ook bij verdere verzuring door stagnatie van regenwater in een kleine zeggenvegetatie in het laagveen gaat de soort achteruit.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.