De karteringseenheid ku omvat een breed scala aan vegetaties. De eenheid is vooral gebruikt om enerzijds allerlei pioniersvegetaties en anderzijds om ruigtekruidgemeenschappen op min of meer ruderale standplaatsen te duiden. Met ruderale standplaatsen worden terreinen bedoeld waar er een (sterke) bodemverstoring heeft plaatsgevonden of waar zelfs materiaal van elders is aangevoerd. Voorbeelden hiervan zijn ondermeer voormalig akkerland, verlaten spoorwegterreinen en opgehoogde gronden.